Studenten blijven kritisch op samenwerkingsstop TU Delft en Israël: “Nog veel werk te doen”

Op het bericht van de TU Delft afgelopen dinsdag, reageert Delft Student Intifada (DSI) optimistisch, maar zegt nog steeds bezorgd te zijn. “Het is een – kleine – stap in de goede richting. We zijn bezorgd dat het proces om bestaande samenwerkingen te onderzoeken erg lang kan duren en dat er onvoldoende transparantie zal zijn.” 

“Over de transparantie kan ik nog niet veel zeggen", zegt de woordvoerder van TU Delft. “Wel zijn we nu bezig met het opstellen van kaders voor het proces en dat is over enkele weken klaar.”  

Delft Student Intifada is een groeiende groep, waarbij ook professoren en andere medewerkers zich aansluiten. Intifada betekent ‘opstand’ in het Arabisch en wordt vaak gebruikt voor het Palestijnse verzet van de Israëlische bezetting.  

“Veel van ons hebben elkaar leren kennen tijdens het pro-Palestijnse tentenkamp vorig jaar”, zegt de woordvoerder. “We merken dat steeds meer mensen zich in willen zetten tegen de mensenrechtenschendingen in Gaza. Samen kun je een impact maken – en dat is waarom steeds meer mensen zich bij DSI aansluiten.” 

De woordvoerder van de TU stelt verder dat het stopzetten van samenwerkingen ingewikkeld is en maakt de vergelijking met de invallen van Rusland in Oekraïne. “Toen riep de overheid op om alle samenwerkingen te stoppen, nu zijn we zelf volledig aansprakelijk.”  

Met die verantwoordelijk moet de universiteit, volgens de woordvoerder, zorgvuldig omgaan. “Moreel gezien weten we wat we willen, maar aan het stoppen van overeenkomsten zitten financiële en juridische consequenties vast.” 

DSI onderzocht al eerder de directe en indirecte samenwerkingen van de TU Delft met Israëlische instituten. Een hiervan is die met vliegtuigfabrikant Lockheed Martin. “De TU Delft stuurt jaarlijks studenten op stage naar dit bedrijf om mee te werken aan de F-35", zegt DSI. “Dat is hetzelfde gevechtsvliegtuig dat dagelijks wordt ingezet bij bombardementen op Palestijnse burgers.” 

Om professoren en medewerkers van de TU Delft te informeren over deze samenwerkingen, deelde DSI in mei informatiepakketten uit. Met het pakket hopen ze de ontvangers te informeren over het belang van een academische boycot. Zo zit het boek Towers of Ivory and Steel van de Joods-Israëlische Maya Wind erin. “Zij legt uit hoe de Israëlische universiteiten verweven zijn met het Israëlische leger, en hoe ze bijdragen aan de bezetting, apartheid en etnische zuivering van de Palestijnen”, aldus DSI. 

Het was niet altijd gemakkelijk voor de actiegroep om hun punt te maken op de universiteit. “We kregen vaak te maken met weerstand op de campus", zeggen de DSI-woordvoerders. “Meerdere evenementen zijn geannuleerd met als reden ‘veiligheid’.” Ook heeft DSI twee keer een olijfboom geplant als gedenkteken voor Palestijnse slachtoffers. “Beide keren werd de boom eruit gerukt.” 

“Er is zeker sprake van polarisatie en beide partijen moeten zich gehoord voelen", zegt de woordvoerder van de TU. “Wij proberen continu een goede morele afweging te maken.”

De DSI is in elk geval nog niet klaar met de strijd. “Zelfs als we tot een bevredigende overeenkomst met de universiteit komen, is ons werk nog niet klaar", zegt de organisatie. “Afgelopen jaar hebben we gezien hoeveel desinformatie er is en hoe diep de ontmenselijking van Palestijnen zit.” De woordvoerder sluit af: “Er is nog ontzettend veel werk te doen.”