“Is de printer alweer leeg?” Harmen van der Laan glimlacht terwijl er een collega binnenloopt met een vraag. Omroep Delft ontmoet Harmen in KopieKoffie, de ontmoetingsplek die hij zes jaar geleden begon, terwijl hij zelf een achtergrond in drinkwateronderzoek heeft.
Tussen flyers, koffiemachines en vrijwilligers wordt hard gewerkt aan een nieuw hoofdstuk: leefstijlcentrum De Buurtfabriek. Op 4 juli kunnen nieuwsgierige buurtbewoners kijken hoe het er daar binnen uitziet. Later volgt een officiële opening.
‘Begon te broeien’
Harmen steekt liever de handen uit de mouwen dan dat hij eindeloos praat. Hij wil zich inzetten voor de wijk en is sinds 2015 betrokken bij bewonersinitiatief de Rode Feniks, dat zich inzet voor talentontwikkeling van bewoners van Buitenhof. Harmen vertelt: “Het begon te broeden: wat kunnen we vanuit bewoners zelf blijvend veranderen in onze wijk?”
Die vraag leidde tot het plan voor de Buurtfabriek aan de Mozartlaan: een plek voor sport, cultuur en ontmoeting, waar mensen hun talenten kunnen ontdekken én delen. De stroomvoorziening voor het terrein waar dit moet gebeuren laat nog op zich wachten, waardoor de ontmoetingsplek nog niet officieel geopend kan worden. Volgens Harmen houdt dat hem en zijn mede-buurtbewoners niet tegen om aan de slag te gaan: “We zijn daar niet afhankelijk van. Er gebeurt al van alles op het terrein.”
Samen bouwen aan een Buurtfabriek
Het project is onderdeel van een groter plan, de zogeheten Kickstart Buurtfabriek. Vijf organisaties, Rode Feniks, Cultuurhuis Delft, Can I Dream, Delft voor Elkaar en DOK, werken samen aan duurzame wijkontwikkeling. “We bouwen iets op met een tijdelijk karakter, juist om te kunnen leren en pionieren om daarna door te groeien naar een Buurtfabriek voor de lange termijn.”
Die aanpak werpt volgens Harmen zijn vruchten af. Binnenkort krijgt het terrein een nieuw sportveld, een ingang aan het park en een frisse uitstraling. “Uiteindelijk willen we een permanente plek realiseren,” zegt Harmen. “Maar ondertussen zorgen we dat de buurt nu al iets heeft om trots op te zijn.”
Veiligheid begint bij elkaar kennen
De Buurtfabriek wordt mogelijk gemaakt door geld dat Delft krijgt van het Rijk via een Regio Deal en het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. “Het Nationaal Programma is bedoeld voor twintig jaar, met lange termijn doelen,” legt Harmen uit. “De Regio Deal is korter en concreter.”
En om doelen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid te halen is wat Harmen betreft concrete actie nodig. Echte veiligheid begint volgens hem bij onderling contact. “Ik woonde in het Rode Dorp, nu aan een zijstraatje van de Chopinlaan. De jongeren die soms als lastig werden gezien, kende ik. Ze letten zelfs op mijn peuter. Dan wordt veiligheid iets vanzelfsprekends.”
Andere vormen van betrokkenheid
“Maar ook dat is geen quick fix, dat vraagt tijd. De betrokkenheid groeit weer,” ziet Harmen. “Niet meer via bewonersvergaderingen maar bijvoorbeeld via een WhatsApp-groep in de flat of een man van 80 die als vrijwilliger meedoet om onder de mensen te blijven.”
Ook de wijkkranten dragen volgens Harmen bij aan betrokkenheid. “We lanceren deze maand de online variant van onze wijkkranten. Daarmee kunnen we berichten makkelijker delen, denk aan meidenvoetbal van Full Speed of een oproep voor vrijwilligers.”
Een plek om elkaar te vinden
Wel zijn het vaak dezelfde mensen die hun nek uitsteken, maar inmiddels zijn er volgens Harmen al 60 vrijwilligers voor de wijk actief. “Het draait om vertrouwen opbouwen. We zijn geen instantie, geen kerk, geen politie. Maar wél een plek waar mensen elkaar vinden en dat maakt echt verschil.”
Zie ook:
Westafette: Frank Koenen bouwt vanuit Poptahof aan Delfts cultureel hart
Wij Westafette: "Laagdrempeligheid is de sleutel"
Wij Westafette: "Woorden én daden"