Steeds minder kinderen halen hun zwemdiploma als gevolg van te dure zwemlessen

Uit een onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat de prijzen van zwembaden afgelopen jaren flink zijn gestegen. Sinds 2018 moeten ouders gemiddeld bijna dertig procent meer neerleggen voor de zwemlessen van hun kinderen. In sommige gemeenten komt dit zelfs neer op zeventig procent. Daarnaast is er ook nog een gemiddelde prijsstijging van producten en diensten in Nederland met eenentwintig procent.

Hoe de situatie in Delft precies is, vertelt Frans Alebregtse, manager van Sportfondsenbad Kerkpolder in een interview met Omroep Delft: “Ook in Delft zijn de zwemlessen helaas duurder geworden, maar dit is onvermijdelijk. Dit is een gevolg van de stijging van de energiekosten, want het kost veel om een zwembad warm en schoon te houden".

Het is voor de veiligheid erg belangrijk dat iedereen kan zwemmen. Een A-diploma zou volgens Alebregtse al voldoende moeten zijn. Het behalen van je A-, B- & C-diploma zou al gauw anderhalf tot twee jaar duren. De kosten lopen dan dus snel op. Een deel van de basisscholen in Delft organiseert nog schoolzwemmen, waar kinderen die eerder geen zwemlessen hebben gevolgd alsnog de kans krijgen om hun diploma te halen. Maar niet elke school doet dit. Voor de ouders die zwemlessen niet zelf kunnen betalen is er gelukkig nog wel een Jeugdfonds Sport en Cultuur beschikbaar, maar niet iedereen komt hiervoor in aanmerking. Om te voorkomen dat een groot aantal Nederlanders niet kan zwemmen geeft het zwembad Kerkpolder zwemlessen voor mensen op latere leeftijd. Alebregtse: “Want het is nooit te laat om te beginnen. Hij concludeert:” Ik denk dat we onze handjes nog dicht mogen knijpen voor hoe het in de gemeente Delft geregeld is”.