Het is te stil op straat in het Buitenhof: ‘Plek nodig voor contact en waar jongeren naartoe kunnen’

Kunstwerk (van kunstenaar Tymon de Laat) op de Chopinlaan om de wijk wat meer kleur te geven en de leefbaarheid te verbeteren.

De gemeenteraadsverkiezingen komen snel dichterbij. Omroep Delft gaat de komende weken de wijk in om te zien wat bewoners willen zien van de gemeente in de komende vier jaar. Deze week: Buitenhof, met buurten als Het Rode Dorp, Gillisbuurt, Kerkpolder en Reinier de Graaf. De wijk kampt al jaren met het gebrek aan wijkcentra, terwijl sociaal contact hier juist zo belangrijk is, zeggen bewoners en organisaties in de wijk. 


Net als Voorhof is het Buitenhof een wijk met een grote multiculturele basis en veel migranten. Maar waar in Voorhof de nodige initiatieven en wijkcentra worden opgestart en onderhouden om de cohesie tussen de mensen te versterken, merken ze in Buitenhof een gebrek eraan. Het zorgt ervoor dat de mensen in de wijk moeilijk te benaderen zijn, zien wijkcoaches Marieke van ’t Hul en Sandra Brons van Delft Voor Elkaar.

‘’Wat Buitenhof echt mist, zijn ontmoetingsplekken. Er is hier geen buurthuis of wijkcentrum waar je zoals vroeger laagdrempelig naar binnen kan lopen om even de krant te lezen, of een kop koffie te drinken’, legt Van ’t Hul uit. ‘’De Jehovakerk heeft eens in de drie weken een koffieochtend maar het bereik is klein.’’ 

Eenzaamheid
Het zorgt er volgens de twee voor dat mensen steeds meer op afstand raken van de lokale overheid en elkaar. ‘’Veel mensen zitten thuis en voelen weinig aansluiting met hun buren’’, gaat Van ‘t Hul verder. ‘’Het zorgt voor eenzaamheid, zeker bij kwetsbare groepen als vluchtelingen. Zij weten vaak niet waar ze hier terecht kunnen met hun vragen. Al die mensen hier hebben behoefte aan een plek dicht bij huis waar ze naartoe kunnen komen, dat zou ik Buitenhof heel erg gunnen.’’

Corona werkt volgens de twee wijkcoaches ook niet mee: ‘’Het is gewoon stil op straat. KopieKoffie gaf een soort levendigheid maar dat ligt ook al lange tijd stil. Kinderen en jongeren hangen nog wel buiten, maar meeste mensen zitten in hun woning.’’

Aandachtswijk
Buitenhof staat al jaren bekend als ‘aandachtswijk’. Een groot deel van de woningen bestaat uit sociale huurwoningen, de werkloosheid is groot en daarnaast zijn de problemen van de laatste jaren ook nog steeds voelbaar in de wijk. ‘’Juist omdat het al zo lang een aandachtswijk is, verbaast het me dat dat er niets is georganiseerd. Het zou hier een enorme toevoeging zijn’’, aldus Van ‘t Hul.

Er zijn wel een aantal mooie initiatieven in de wijk te vinden, zoals het Cultuurhuis, Jongerencentrum The Border en KopieKoffie, waar je kunt koffie drinken en kunt printen. ‘’Ja, initiatiefnemers zijn er genoeg, en dat is mooi om te zien. Maar het zijn allemaal buurtbewoners die niet echt die samenwerking met de gemeente hebben’’, merken de wijkcoaches op.

Praten mét de mensen
De vraag is natuurlijk wat de gemeente zou kunnen doen en in hoeverre een nieuw college kan sturen in een betere sociale cohesie. ‘’Ze moeten gewoon goed luisteren naar de persoonlijke wensen van de mensen in een wijk’’, denkt Van ‘t Hul. ‘’Er wordt veel over mensen gepraat maar niet met de mensen zelf.’’ 

Ook zou er veel meer naar de bewoners kunnen worden gekeken in positieve zin, volgens de twee wijkcoaches. ''Nu wordt vaak gehandeld vanuit preventie en veiligheid. Maar je kunt ook kijken naar waar mogelijkheden zijn en de krachten van een wijk liggen.''

Tekst loopt door onder de video

Smerig
Refana Rodjan-Abdoelaziz uit Suriname woont nu zo’n vijf jaar in Buitenhof en kan beamen dat de gemeente maar weinig écht contact zoekt met de bewoners in de wijk. ‘’We willen graag meedenken over plannen om de wijk op te fleuren, maar er wordt nog te veel beslist door de gemeente, die de dingen bedenken vanuit kantoor. ’’ 

Rodjan-Abdoelaziz geeft als voorbeeld dat ze de buurt er soms nog best smering uit vindt zien. ‘’Dat kan natuurlijk aan de mensen liggen. Maar de gemeente kan daar ook wel wat meer aandacht aan schenken en het hier wat verfraaien.’’

Ook vindt de bewoonster dat de gemeente strenger en serieuzer moet optreden tegen woningbouwverenigingen. ‘’Wij hebben veel klachten waar we dan ook meldingen van maken, maar krijgen dan geen reactie. Daar mag de gemeente best wat meer in optreden.’’

Stigma
We spreken ook met Tim van den Broek. Hij woont al van kleins af aan in de wijk. Door de jaren heen zag hij verschillende negatieve verhalen over de wijk naar buiten komen. De Syriëgangers in 2015, criminele bendes en dergelijke nieuwsberichten zorgden ervoor dat Buitenhof kampt met een imagoprobleem. 

De wijk blijft dus te maken hebben met een stigma. ‘Iedere keer als ik tegen vrienden vertel dat ik uit Buitenhof kom, hoor ik dat ik daar helemaal geen type voor ben. Dan zie je toch een soort vooroordeel. Dat vind ik wel jammer'', vertelt jonge bewoner.

Podcast
Daarom maakte hij twee jaar geleden een podcast. Daarin nam hij de luisteraar mee langs de gebouwen, de architectuur, keek naar de oorspronkelijke plannen en doelen voor de wijk en interviewde bewoners die hier al 40 jaar de veranderingen meemaakten of hier juist net kwamen wonen over hun zoektocht. Terugkijkend op de afgelopen twee jaar is er toch eigenlijk niet zo heel veel veranderd: ‘’Het is nog steeds heel rustig in de straten, ondanks de vele culturen’’, zegt hij. ‘’Zeker vanwege corona is het heel stil.’

Weinig voor jongeren
Van Den Broek ziet vooral dat er weinig te beleven is voor jongeren in de wijk. ‘’Voor kinderen is het wel leuk omdat er veel plekken zijn om te spelen. Maar als jongere heb ik het gevoel dat je naar de binnenstad moet om de gezelligheid op te zoeken. De voorzieningen houden hier op en dus wordt het saai.''

Hij denkt wel dat dat anders kan. ''Natuurlijk is dit gewoon een woonwijk, maar als je kijkt naar andere steden, dan zie je ook dat daar in woonwijken plekken zijn waar jongeren naartoe kunnen om te dansen of wat te drinken. Dat zou hier ook kunnen.’’

Dat beaamt Rodjan-Abdoelaziz: ‘’Ik vind dat het tegenvalt voor jongeren. Wat kleine voorzieningen betreft kan het echt wel beter. Dat houdt de jongeren wat meer hier, geeft ze perspectief en kan hen interesseren voor mogelijk andere dingen.’’