Lijsttrekker Sivan Maruf (D66): "Delftenaren moeten weer durven dromen"

Sivan Maruf in het Buitenhof.

Aankomende gemeenteraadsverkiezingen zal er veel op het spel staan voor de Delftenaar; de financiële situatie blijft zorgelijk en dat betekent dat het volgende coalitie dient te kiezen in schaarste. Omroep Delft spreekt naar aanloop van de verkiezingen de fractievoorzitters van alle partijen die dit jaar meedoen in Delft, om een beeld te geven hoe zij om zouden gaan met die te maken keuzes. Deze keer: Sivan Maruf van D66. De partij verwacht met ongegeneerd enthousiasme in de nieuwe coalitie te komen en heeft de ambitie de grootste partij van Delft te worden.

Het is een nieuwe nummer één op de D66-lijst: de 26-jarige Sivan Maruf. Enkele weken terug was hij nog de nummer twee. “Eigenlijk was mijn intentie mij weer vier jaar in te zetten voor ruimtelijke ordening, vanwege de raakvlakken met architectuur.” Maar Maruf is de beroerdste niet: nummer twee ben je voor een reden. Als het bestuur dan een beroep op je doet, doe je dat.

Buitenhof
Maruf dacht vroeger nooit aan lokale politiek, maar inmiddels is het voor hem heel duidelijk waarom hij op deze plek zit. “Ik heb tijdens mijn jeugd bepaalde dingen gezien, zoals het sluiten van een buurthuis, die een hele grote impact hadden op individuen.”

“De politiek heeft vast met de beste intentie gehandeld, maar een aantal zaken zijn behoorlijk misgelopen. De politiek zag bijvoorbeeld het Buitenhof te weinig.” Maruf kent deze buurt maar al te goed. Op driejarige leeftijd vlucht hij met zijn ouders vanuit het Iraaks-Koerdische Erbil uiteindelijk naar deze Delftse wijk. Met gepaste trots woont hij er nog steeds. 

Nu Maruf al vier jaar in de raad zit, valt hem op dat iedereen nu de potentie in de Buitenhof ziet. ‘’Nu is de wijk beter vertegenwoordigd door raadsleden, bijvoorbeeld bij GroenLinks en VVD. Zelfs in mijn eigen flat hangt er nu een Hart voor Delft-poster,” grinnikt Maruf. 

Opkomen voor het grotere goed
Maruf begint te stralen als hij over Delft praat: “De Delftenaar kijkt wel twee keer om naar iemand. Als bijvoorbeeld een oudere vrouw een stoepje op moet met haar rollator, zie ik dat mensen écht helpen. Dat zie je in kleinere dorpen nog, maar zeker niet in Den Haag of Amsterdam.” In zijn jeugd werd Maruf met open armen ontvangen. “De mensen hielpen me met simpele dingen, zoals de weg wijzen of waar tram 1 naar toe ging. Ik kon nog geen woord Nederlands praten, ik verstond het wel een beetje, maar de woorden kwamen niet uit mijn mond.”

In Marufs studententijd maakt hij voor het eerst mee hoe het is om op te komen voor het grotere goed, zoals hij nu doet voor de stad. Nadat een goede vriend plaats neemt in een opleidingscommissie, beseft Maruf zich dat studenten op die manier mee kunnen praten over hun studieomgeving. Hij realiseert zich dat het belangrijk is om hier actief in te worden.

Nog geen jaar later, in 2014, wordt hij voorzitter van de Haagse Studentenvakbond.  Na het voorzitterschap wordt hij in 2016 gekozen als raadslid van de faculteitsraad Techniek bij de Haagse Hogeschool, waar hij Bouwkunde studeert.

Architectuur
Een zomer later googelt Maruf uit nieuwsgierigheid naar mogelijkheden om raadslid te worden. Hij ziet dat de gemeente een ‘speeddate-avond’ organiseert, waar kennis kan worden gemaakt met de lokale partijen. Hij ontmoet onder andere Christine Bel van D66. Van het één komt het ander en niet lang daarna mag hij voor D66 op de kieslijst. Niet voordat hij daarvoor gratie bij het landelijke bestuur aan heeft moeten vragen. Maruf was immers nog minder dan de vereiste zes maanden D66-lid. Sterker nog, hij was geen lid.

Nu zijn we vier jaar verder: Maruf is afgestudeerd bouwkundige en volgt een opleiding tot architect aan de TU Delft, liep tussendoor enkele maanden werkstage bij de Eerste Kamerfractie van D66 - “stuk voor stuk mentoren” - en heeft het nu geschopt tot lijsttrekker. Een dubbele agenda heeft hij niet. “Omdat dit een hobby is, steek ik er zoveel tijd en moeite in. Ik ben geen beroepspoliticus, maar ik doe dit voor Delft en voor nu is het raadswerk goed te combineren met mijn studie.” 

Ditmaal mag Maruf het sociaalliberale schip varen. Dezelfde sociaalliberalen die al sinds 1978 – met in het begin weinig zetels – onafgebroken in de gemeenteraad zitten en inmiddels elf jaar achtereen nieuwe wethouders leveren. Welk nieuw elan zal Marufs D66 brengen?

Toegankelijke straten
Maruf wil er in ieder geval zijn voor álle Delftenaren. “We moeten solidair zijn met elkaar en proberen elkaar met beperkte middelen zoveel mogelijk te helpen. Een toegankelijke straat bijvoorbeeld is er voor zowel de veiligheid van een kind als van een gehandicapt persoon. Als het met één iemand al beter gaat, is dat goed voor de hele maatschappij.” Dat betekent overigens niet dat de gemeente zich overal mee moet bemoeien. “De overheid laat jou in principe met rust, maar moet wel alle mogelijkheden bieden. Je hoeft er geen gebruik van te maken, maar het moet er wel zijn.” 

Wonen
D66 vermoedt dat bij de komende verkiezingen wonen het leidende thema zal zijn. Dat komt goed uit: Maruf is sinds 2018 woordvoerder over dit dossier. Delft heeft zich voor 2040 ten doel gesteld 15.000 woningen te bouwen. Met minder dan 700 woningen, inclusief geplande bouw, komen de huidige Delftse bouwprojecten niet eens in de buurt. Daarbij hebben ontwikkelaars, naast landelijke wetten, te maken met lokale verduurzamingsregels. Zij zijn verplicht om natuurinclusief te bouwen, waar mogelijk meer kosten bij komen kijken. Volgens Maruf jaagt dat ontwikkelaars niet weg: “Op thema’s van duurzaamheid concurreren ze juist met elkaar.’’

Met de nieuwe omgevingswet zal volgens de lijsttrekker bij een bouwproject veel tijd worden bespaard. Zo zijn de 26 (!) wetten die hierover gaan samengebundeld, opgeschoond en versimpeld naar één overzichtelijke wet. “Veel bureaucratie is weg.”

Vertraging bij bouwprojecten komt soms ook door het tijdrovende participatietraject, wat zorgvuldig moet gebeuren. Bijvoorbeeld bij nieuwbouwproject Het Zuideinde bij de Schie, waar sinds 2019 bewoners protest aantekenen tegen de voorgestelde hoogbouw.  “Ik ben niet tegen hoogbouw. De bezwaren van de bewoners zijn zwaarwegend, en tegelijkertijd probeer je ook rekening te houden met de mensen die er nog niet wonen.”

Binnen het thema wonen en omgeving vindt Maruf verder dat de stad voor iedereen beter toegankelijk moet zijn, bijvoorbeeld voor slechtzienden of mensen in een rolstoel. 

Klimaat
Ook klimaat staat voor D66 hoog op het prioriteitenlijstje. Tijdens de Algemene Beschouwingen vergeleek toenmalig fractievoorzitter Christine Bel de klimaatcrisis nog met een steeds dichterbij komende nachtmerrie. Maar voor Maruf is het uitroepen van klimaatnoodtoestand, zoals Amsterdam, Rotterdam, Haarlem en Utrecht deden, niet per sé nodig. “Als het alleen symbolisch is, hoeft het voor mij niet.”

“Maar,” zo beklemtoont Maruf, “het is natuurlijk wel een noodtoestand.” Gemeente Delft heeft haarzelf al allerlei klimaatdoelen opgelegd, zoals een CO2-reductie van 38% voor 2022. Overigens was het Bel zelf die tijdens diezelfde beschouwingen haar eigen coalitie bekritiseerde om het klimaatbeleid: Delft bracht de CO2-uitstoot slechts terug tot een half procent.

Tekst loopt door onder de foto

Financiën en bezuinigingen
Dan de olifant in de kamer: de gemeentelijke financiën. In 2015 besloot het Rijk overheidstaken als jeugdzorg en inburgering over te hevelen naar de gemeente, beter bekend als decentralisatie. Maar geld dat het Rijk hiervoor geeft is volgens veel gemeenten bij lange na niet genoeg, wat in Delft zwaar meespeelt met de slechte stand van de financiën. 
“Het is heel urgent, maar de overheid komt niet over de brug. We voelen ons hierdoor ondergewaardeerd door hun.” Na bezuinigingen en verhogingen van gemeentelijke belastingen is Delft uiteindelijk nog wel onder het provinciaal toezicht uitgekomen.

“Wij hebben moeilijke beslissingen gemaakt en durven die verantwoordelijkheid te nemen. Wel hebben we gezegd voor de volgende coalitieperiode: we ontzien de gemeentelijke taken van bezuinigingen. Zo gaan we niet met een kaasschaaf door de kerntaken heen. Óf we doen het goed, óf we doen het niet. Wij gaan kerntaken niet hálf uitvoeren.”
Concurrentie
Met een volgens Maruf mogelijke tweestrijd tussen Hart voor Delft en D66 is het de vraag wie de coalitie zal leiden. Eén ding is zeker: als we kijken naar de landelijke tendens, zal GroenLinks ruimte moeten maken voor een nieuwe nummer één in de stad. Maruf: “Wij zijn op klimaatbeleid pragmatischer dan GroenLinks. Maar, in tegenstelling tot de landelijke fracties van D66 en GroenLinks, zijn wij lokaal met meerdere colleges uitgekomen.”

D66 kan wel de grootste willen worden, STIP vecht om dezelfde kiezers; namelijk hoogopgeleide studenten. En ook STIP ziet een leidende rol voor zich bij de volgende coalitie. Maruf is hier niet bang voor: “Er is zeker een strijd om de stem van de student. Dat vraagt ons om met goede plannen voor hen te komen: meer studentenhuisvesting op de campus, betere fiets- en looproutes en meer starterswoningen. Ik vind dat wij goede plannen hebben voor deze uitdagingen.”

Nieuwkomers BIJ1 en Volt strijden weliswaar niet om de nummer één positie, wel zullen zij het D66 moeilijk maken. Maruf is benieuwd. “Ik vraag me af hoe een Europese partij in de gemeente kleur op de wangen krijgt. Het is nog vroeg in de campagne, dus ik moet nog geduld hebben. We delen als clubs in ieder geval liefde voor Europa.” Over BIJ1 zegt hij: “Van BIJ1 heb ik dusver geen concrete plannen gezien voor onze stad, dus dat kan ik nog niet beoordelen.”

Toekomst
Voor de komende vier jaar wilt Maruf een college vormen met visie. Er zullen moeilijke beslissingen worden gemaakt die op elke Delftenaar impact zullen hebben. Maruf noemt een waslijst van thema’s en onderwerpen die opgelost en aangepakt moeten worden: van de schimmelproblematiek tot straatintimidatie. Het belangrijkste voor Maruf is dat Delft groter durft te denken dan mogelijk is. “Ik wil dat Delftenaren weer durven dromen.”