Tweehonderd skeletten gevonden in Delftse Nieuwe Kerk: 'Nieuw hoofdstuk in geschiedenis'

Bij de archeologische opgraving in de Delftse Nieuwe Kerk hebben archeologen tot nu toe zo'n tweehonderd skeletten opgegraven. Sinds de start van de opgraving hebben ze zo’n anderhalve meter diep gegraven, ze zijn nog heel september in de weer met het uitgraven van de grafkelders. De archeologen hopen met het onderzoek ook de namen te koppelen aan de doden in de kerk.

'Inmiddels zijn er zo'n 150 echte graven gevonden. Daarnaast hebben we ook in zogenoemde 'knekelkuilen' botten gevonden, daar liggen vaak zo'n vier á vijf personen bij elkaar. Dus we zitten nu op zo'n tweehonderd mensen die we hebben gevonden in de Nieuwe Kerk', legt Michael Bot uit. Hij is senior archeoloog en heeft de dagelijkse leiding over de opgraving.

Eerder waren we al bij de start van de opgraving, toen de graafmachines de eerste centimeters weggroeven. 'Inmiddels zijn we al één meter de diepte in gegaan', vertelt Bot. 'We begonnen in het midden met graven, daar hebben we twee vooraf aangewezen vakken. Die zijn op het moment het diepst, daarnaast moeten we nog zo'n vijftig á zestig centimeter verder in de andere vakken.'

Nieuw hoofdstuk voor de kerk
Volgens Steven Jongma, de stadsarcheoloog van Delft voegt het onderzoek steeds meer toe aan de geschiedenis van de stad. 'We voegen echt een nieuw hoofdstuk toe aan het verhaal van de kerk. We zien dat het praalgraf echt het altaar in de kerk heeft vervangen. We ontdekken met name een verschil tussen de mensen die hier begraven liggen en de mensen die we eerder op het plein onder de grond hebben gevonden.'

In de Middeleeuwen was de Markt namelijk een begraafplaats. Doorgaans werden de Delftenaren rond de Nieuwe Kerk begraven. De rijken bij het altaar of het praalgraf, de armeren buiten in de buurt van de kerk. 'Buiten de kerk lagen echt de mindere goden', gaat Jongma verder. 'Buiten lagen de mensen in goedkopere kisten, liggen ze dichter op elkaar begraven. Kortom, minder luxe. Daar zie je echt een verschil in.'

Goed bewaarde kisten, veel beenderen
De archeologen vinden opvallend veel goed bewaarde kisten en beenderen. Dat komt volgens Jongma door het grondwater, dat in Delft relatief hoog staat. Het resultaat is dat de archeologen goed bewaarde kisten terugvinden. 'Dat maakt dat het verschil nog beter te duiden is. Je ziet het echt aan het materiaal dat we vinden. Alles kunnen we vervolgens terugrekenen naar de staat van de lichamen. We zien dat deze mensen relatief ouder zijn en gezonder hebben geleefd.'

Volgens projectleider Bot is de ouderdom met name te zien aan bijvoorbeeld artrose en de staat van de kiezen. 'Je ziet het echt aan de fysieke kenmerken van mensen. We zien hier veel mensen liggen die lang hebben geleefd met zulke ziekten. Relatief langer ten opzichte van de mensen die we buiten de kerk zouden vinden, die overleden vaak sneller aan ziekten.'

Sobere begrafenissen
Bijzondere vondsten doen de archeologen niet echt. De Nieuwe Kerk is een christelijke kerk, in die traditie is het niet normaal om giften of persoonlijke bezittingen mee te nemen in het graf. Het maakt het moeilijker om te ontdekken uit welke tijd de begraven mensen komen en wie het precies waren. 'We weten uit archiefonderzoek wel ongeveer wie er zouden moeten liggen in de grafkelders. Maar het wordt heel moeilijk om echt te ontdekken wie nu precies begraven ligt. Ze nemen daarom wel veel dna-monsters', gaat Jongma verder.

Het is de hoop dat er op die manier toch namen gekoppeld kunnen worden aan de begraven mensen in de kerk. 'Dan wordt het extra interessant, dan kunnen we letterlijk een beroep en een levensgeschiedenis koppelen aan de stad en aan fysieke kenmerken', sluit de archeoloog af.