TU-studenten onthullen raceauto op de Markt: 'Hopelijk wereldkampioen'
Drie raceauto's stonden afgelopen woensdagmiddag op de Markt klaar voor coureur Matthias Baert: een met verbrandingsmotor en twee elektrische. Het nieuwste model is de DUT25, ontworpen en gebouwd door studenten van de TU Delft. Wat deze auto bijzonder maakt? “Hij kan zonder bestuurder rijden.”
Formula Student Team Delft is een studententeam van de TU Delft dat jaarlijks een racewagen ontwerpt, bouwt en test voor internationale Formule Student-wedstrijden. Het team van dit jaar bestaat uit tachtig studenten. Elk jaar proberen ze hun raceauto een stukje beter te maken. Zo heeft het team dit jaar een extra camera in de auto geplaatst, zodat die autonoom kan rijden.
Zonder bestuurder rijden is ook een onderdeel van de jaarlijkse internationale racewedstrijd in Duitsland, waar het team in augustus aan meedoet. “Het is een lastige strijd, want de beste studententeams ter wereld doen mee", zegt Matthijs Spoormaker, operationeel manager van het team. “We zijn al vijf keer wereldkampioen geworden. Hopelijk nu voor de zesde keer.”
'Ditjes en datjes'
Coureur Matthias Baert is in ieder geval tevreden over raceauto DUT25: “Normaal hebben nieuwe auto's altijd wat ditjes en datjes, maar deze rijdt heel goed.” In aanloop naar de onthulling, reed de oud-TU student en voormalig teamlid in een vijftien jaar oud model met een verbrandingsmotor en in de auto van vorig jaar.
De raceauto van 2024 kon in 1,8 seconde van 0 naar 100 kilometer optrekken. “We moeten nog uittesten hoe snel de auto dat dit jaar kan", zegt een van de teamleden. Naast hem staat een brandblusser, voor geval het misgaat. “Met deze auto kunnen we nu nog niet heel snel rijden, omdat we voorzichtig moeten zijn voor de wedstrijd.”
Financiën
Het team wordt financieel geholpen door meerdere partijen, waaronder Shell. Hoeveel geld er in dit project gaat, wil teammanager Renée Roozen niet zeggen. “De budgetten van de partners zijn privé en wat we van de universiteit krijgen, zeggen we ook liever niet", zegt Roozen. “Andere projecten van de TU hebben het misschien financieel lastiger en we willen geen vooroordelen opwekken.” Ze voegt toe: “We willen bescheiden blijven.”
