Statenleden stellen vragen over afnemend aantal zwemlocaties in de provincie
Terwijl de zomer zich van haar warmste kant laat zien, worden veilige plekken om af te koelen schaarser. Zo ook in Delft en omgeving. In de Delftse Hout en de plas van het Wilhelminawerk wordt het nog altijd afgeraden om te zwemmen door blauwalgen. Statenleden hebben vragen gesteld aan de provincie over deze kwestie.
Het aantal zwemlocaties in natuurwater in Nederland met een negatief zwemadvies is dit jaar verdubbeld ten opzichte van 2024. Dat blijkt uit een analyse van het ANP op basis van gegevens van Zwemwater.nl. Vaak zijn deze negatieve zwemadviezen het gevolg van blauwalgen in het water. Bloodstelling hieraan kan leiden tot verschillende klachten, waaronder darmproblemen en huidirritatie.
Het groeiende aantal besmette zwemplassen is reden voor statenleden van Volt, D66 en de Partij voor de Dieren om schriftelijke vragen te stellen aan het college van Gedeputeerde Staten, het bestuur van de provincie.
'Veilige zwemlocaties cruciaal'
“Niet iedereen kan of wil op vakantie tijdens de zomermaanden. Daarom is het cruciaal dat er in de eigen buurt veilige en toegankelijke plekken zijn om verkoeling te zoeken”, stellen de indieners.
Ze benoemen dat gemeenten steeds meer bezuinigingen of van plan zijn te bezuinigen op publieke zwembaden. In 2019 werd in Delft het laatste buitenbad van de stad gesloten dat onderdeel was van zwembad Kerkpolder in Buitenhof.
Maatregelen vanuit de provincie
De vragen gaan onder meer over het aantal locaties in Zuid-Holland die de afgelopen vijf jaar jaarlijks een negatief advies kregen, wat hiervan de oorzaak is en welke maatregelen de provincie neemt om de waterkwaliteit te verbeteren.
Verder wordt er aandacht gevraagd voor de relatie tussen nutriëntenbelasting in het water (zoals stikstof en fosfaat) en de afnemende waterkwaliteit. De boosdoeners die kunnen leiden tot de groei van blauwalgen en andere ongezonde bacteriën in het water. Daarnaast willen de indieners weten of de provincie extra maatregelen overweegt, zoals versnelde monitoring of het gebruik van sensortechnologie om sneller te kunnen waarschuwen bij verslechtering van het water.
Het is nu aan het college van Gedeputeerde Staten om met antwoorden te komen. Het is nog niet bekend wanneer deze beantwoording zal plaatsvinden.
