Museum Prinsenhof Delft mag verbouwen, gemeente investeert 18 miljoen


De gemeenteraad is dinsdagavond unaniem akkoord gegaan met een investering van 18 miljoen euro in het museum Prinsenhof, waardoor nu gestart kan worden met de ontwerpfase van het project. Samen met het geld van de familie Vlek is er daarom nu 28 miljoen euro gereserveerd voor de verbouwing. Er is nog niet genoeg geld bij elkaar gebracht voor de verbouwing. De gemeente en het museum zullen zich daarom de komende maanden in gaan zetten voor aanvullende subsidies en fondsenwerving.

'We zijn er dus nog niet', waarschuwde wethouder Bas Vollebregt in de raadsvergadering. 'Om uiteindelijk het hele toekomstperspectief te realiseren is er 37 miljoen euro nodig. De komende tijd gaan we er keihard aan werken om zo dicht mogelijk bij dat perspectief te komen. We hebben goede hoop dat we uiteindelijk aan dat bedrag gaan komen.'

Besluit in eerste instantie te 'onduidelijk'
In het besluit stond in eerste instantie beschreven dat de begrootte investering ‘indicatief’ was, de gemeente kon dit bedrag dus overschrijden. Veel partijen waren het met elkaar eens dat dit te onduidelijk was. Hart voor Delft-fractielid Coby de Koning diende daarom een amendement in: 'Als we het woord 'indicatief' eruit halen weten we allemaal gewoon zeker dat het gaat om een maximale investering van 18 miljoen euro en niet meer', vertelde zij daarover.

Een kritische noot kwam van de SP, die vond dat er nu al nagedacht moet worden over de financiering voor een volgende renovatie. Juist omdat er in eerste instantie lang geen geld voor was gereserveerd. Daarnaast wil de partij graag dat De Prinsenhof, met de grote investering van de gemeente, ook gratis te bezoeken wordt voor de Delftenaar.

Lees ook: Particuliere schenking van € 10 miljoen voor verbouwing Museum Prinsenhof Delft >

Genoeg momenten en manieren
Wethouder Vollebregt kon daar wel in meegaan, hoewel er volgens hem al wel genoeg momenten en manieren zijn waarop de bewoners naar binnen kunnen. 'Denk bijvoorbeeld aan de Delftpas, de Open Monumentendag, maar ook het programma de Delftse Blik en we willen nog een 'Dag van de Delftenaar', maar we gaan graag in gesprek over of er nog meer manieren mogelijk zijn', sloot Vollebregt af.