Hoe betaalt Delft de groei van de stad? ‘Wensenlijstje is groot, maar geld ontbreekt’
Delft groeit hard. In de komende jaren moeten er duizenden nieuwe woningen bijkomen en ook het aantal inwoners zal sterk stijgen. Dit vraagt ook om meer scholen, huisartsen en allerlei andere voorzieningen. Burgemeester en wethouders zitten wat dat betreft met een uitdaging. “Het huishoudboekje is sluitend, maar de stad loopt achter op wat je zou willen bieden,” zegt wethouder Frank van Vliet (Klimaat, Cultuur en Openbare Ruimte, GroenLinks).
Bezuinigingen of grote belastingverhogingen zijn het komend jaar niet aan de orde, blijkt uit de recent vastgestelde kadernota 2026. In dat document zet de gemeente de lijnen uit van de begroting voor het komende jaar. Het stadsbestuur gaat er op basis van deze kadernota van uit dat er na de zomer een sluitende begroting wordt vastgesteld.
Ravijnjaar
Dat is op zich al een prestatie te noemen. De afgelopen jaren wordt er in de politiek en de media met regelmaat gesproken over ‘het ravijnjaar’. In 2026 krijgen gemeenten in Nederland minder geld van het Rijk via het zogeheten Gemeentefonds. Het grootste gedeelte van het geld dat gemeenten te besteden hebben, komt uit dat fonds. Daarmee werd deze bezuiniging gezien als een stevige klap voor de gemeentefinanciën.
Toch zien de Delftse wethouders nu een begroting voor zich waarin inkomsten en uitgaven in balans zijn. Er zijn verschillende redenen aan te wijzen voor dit succes. Zo heeft het Rijk al geschoven met geld, waardoor de klap minder hard is dan eerder gedacht. Ook leggen de wethouders aan Omroep Delft uit dat ze succesvol zijn geweest in het vinden van financiële ruimte, onder meer door het binnenhalen van Rijkssubsidies om plannen te bekostigen.
Toekomst onzeker
Zo heeft de gemeente 12,3 miljoen euro binnengesleept voor de uitvoering van het leefbaarheidsproject Wij West, waarmee ook de komende jaren problemen in Voorhof, Buitenhof en Tanthof-West aangepakt moeten worden. Ook zijn tientallen miljoenen binnengehaald voor het omvormen van het industriegebied aan de Schie tot woon-werkgebied de Schieoevers.
“Maar,” zo waarschuwt wethouder Martina Huijsmans (Financiën, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, D66), “dat is allemaal incidenteel.” Dat betekent dat de gemeente dat geld nu heeft om plannen uit te voeren, maar er niet op kan rekenen dat er in de toekomst zo veel subsidiegeld binnen blijft komen.
En ook de hoeveelheid geld die in de toekomst uit het Gemeentefonds komt is onzeker. Wethouder Joëlle Gooijer (Jeugd, Onderwijs, Ouderen en Armoede, ChristenUnie) zegt daarover: “Wij krijgen hierover vragen uit de gemeenteraad, maar die zouden eigenlijk gesteld moeten worden aan partijen die daar landelijk over gaan.”
Nu al niet op orde
Tegelijkertijd heeft de gemeente grote ambities. Eerder werd vastgesteld dat er tussen 2018 en 2040 maar liefst 15 duizend woningen en 10 duizend banen bij moeten komen in de stad. Met zo veel ruimte voor extra mensen, is er ook behoefte aan zaken als scholen, artsen, sportgelegenheid, podia en ga zo maar door. Waar moet de gemeente het geld hiervoor vandaan halen?
Dat kan best lastig zijn, omdat de Prinsenstad voor veel van dit soort zaken nu al eigenlijk achterloopt op wat van een stad als Delft te verwachten valt. Zo is het nu al nodig om 30 miljoen uit te trekken voor het renoveren en bouwen van scholen. Volgens wethouder Van Vliet (Cultuur) is er daarbij een stevig tekort aan podia in de stad.
Om nog te zwijgen over de wens voor de aanleg van een buitenzwembad. De gemeente wil met plannen hiervoor komen. Ook een nieuw stadstheater in plaats van het huidige gebouw van De Veste staat nog op het “wensenlijstje” van de bestuurders. “Er zijn heel veel dingen die we willen doen waar we nu geen geld voor hebben,” constateert wethouder Huijsmans.
Scherpe keuzes
Wat dat betreft moet de Delftse politiek de komende jaren scherpe keuzes maken. “We hebben tot 2040 op een rij wat we zouden willen. Daarmee kunnen we aan de slag om te bekijken wat we kunnen bereiken,” aldus Huijsmans.
Zie ook:
Kadernota aangenomen, wat betekent dit voor de stad?