Lieke van Rossum (SP): "Als je niet gaat stemmen, vergeten ze je buurt"

Foto: Joshua Versijde

Aankomende gemeenteraadsverkiezingen staat er veel op het spel voor de Delftenaar; de financiële situatie blijft zorgelijk en dat betekent dat de volgende coalitie kiest in schaarste. Omroep Delft spreekt rondom de verkiezingen alle lijsttrekkers van de partijen die dit jaar meedoen in Delft. Ditmaal spreken we met Lieke van Rossum (39), lijsttrekker voor de SP. De socialisten zijn strijdbaar om weer in de raad te komen, maar doen niet aan het noemen van een doel van het aantal zetels. Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen gehoord wordt.

Als scholier had Lieke van Rossum, lijsttrekker van de Socialistische Partij (SP), eigenlijk een hekel aan de politiek. Met terugwerkende kracht concludeert ze dat het vooral een hekel was aan de manier van politiek bedrijven dan politiek zelf. “Dat was een hekel aan saaiheid van lange vergaderingen waarin besluiten worden genomen waar niemand iets aan heeft,” legt Van Rossum uit. “Een hekel aan ingewikkelde beleidstermen, aan achterbaksheid, aan politieke spelletjes.” Hoewel de socialistische lijsttrekker hier nog steeds een hekel aan heeft, is haar algemene beeld van politiek wel degelijk veranderd.

Als ze als tiener verhuist naar Delft, ziet ze met eigen ogen wat voor invloed de lokale politiek kan hebben. Ze ondervond de grote economische verschillen tussen de Delftse wijken: “Ik zag de verschillen tussen de glimmende binnenstad panden en slecht onderhouden flats in de buitenwijken. Ik leerde dat politiek er wel degelijk toe doet, omdat daar de besluiten worden gemaakt over bijna alles waar je in het dagelijkse leven mee te maken krijgt.”

Gebrek aan buurtvoorzieningen
De SP brengt deze verkiezingen twee speerpunten naar voren die voor Van Rossum aan het hart gaan: de wooncrisis en voorzieningen in de buurt, althans, het gebrek eraan. “We zijn met ons allen trots op onze prachtige stad - en terecht. Wel zie ik Delft veranderen. Eén voor één verdwenen voorzieningen uit de wijken zoals buurthuizen, winkels en de bibliotheek, maar ook het busvervoer en bejaardentehuizen. Het plezier waarmee mensen wonen heb ik achteruit zien hollen.” Allerlei essentiële zaken zijn wegbezuinigd. “De SP gaat vol voor investeringen in betaalbare huurwoningen en in de voorzieningen in buitenwijken. Dan maar een binnenstad project of bedrijventerrein minder, daar zijn we eerlijk in.”

Van Rossum pleit bijvoorbeeld voor een inversteringfonds voor voorzieningen, “waaruit na onderzoek in elke buurt wordt gebouwd wat nodig is.” En dat niet wordt geïnvesteerd waar lokale bewoners geen behoefte aan hebben, zoals de ‘megaschool’ in de Tanthof. Van Rossum vindt het fijn dat het “met succes” is gelukt om de megaschool tegen te houden. “En nu komen er toch scholen in de buurt.”

5.000 sociale huurwoningen extra
Ook over de wooncrisis spreekt Van Rossum geen woord Chinees: “Huizen worden voor gewone mensen zo goed als onbetaalbaar in Delft.” Tegelijkertijd ziet ze dat “de sociale huurwoningen gesloopt of verkocht worden, en bestaande huurwoningen soms heel slecht onderhouden zijn.” De wooncrisis waarin Delft zich nu in bevindt, is er volgens Van Rossum niet vanzelf gekomen: “Het is geen natuurverschijnsel ofzo.” De lijsttrekker zegt dat er twee belangrijke redenen zijn voor deze misère. “Eén: Een politiek die er voor kiest om mensen met geld naar de stad te trekken en het aantal betaalbare woningen te verkleinen. En twee: Een gemeente die zich niet genoeg bemoeit met wonen in Delft.” Dat wordt nu teveel aan de markt overgelaten, vindt Van Rossum. “De SP wil daarom dat er 5.000 sociale huurwoningen erbij komen. Om dat snel te doen is het denkbaar dat we een gemeentelijke woningbouwvereniging oprichten.”

Hoewel de vele investeringen er heel sympathiek uit zien, blijft de vraag hoe de gemeente dit kan betalen. Delft heeft gezien de financiële situatie weinig ruimte. Van Rossum kan ook hier kort over zijn: “We moeten gewoon net als iedereen niet meer uitgeven dan er in komt. Dat is misschien simpel gezegd maar uiteindelijk is het zo.” Ook ziet Van Rossum de oplossing in het verkleinen van de economische kloof. “Door die verschillen kleiner te maken kom je minder snel in de financiële problemen. Zo kunnen we zorgen dat mensen minder kwijt zijn aan huur- en energiekosten. Dat scheelt de gemeente geld, bijvoorbeeld aan schuldhulpverlening of opvang. En dat scheelt voor de bewoner, deze hebben een grotere koopkracht.”

Belang van stemmen
Ten slotte wil Van Rossum het belang van stemmen benadrukken. “Het gaat om de vertegenwoordiging. De achterban van de partijen die het voor het zeggen hebben, die gaat wel naar de stembus om voor z’n belang op te komen hoor. Maar in de Wippolder, en grote delen van Voorhof en Buitenhof gaat maar één op de drie mensen stemmen. Zo zijn mensen uit deze wijken veel te weinig vertegenwoordigd. Dus dat zou ik het liefste willen dat mensen gáán stemmen. Het gaat om je eigen leefomgeving. Als je niet gaat, vergeten ze je buurt.”