Verkeerde data grondwater zorgde voor miljoenenstrop treintunnel Delft

Het moet een technisch huzarenstuk worden. Een tien meter diepe treintunnel dwars onder Delft door. Maar het huzarenstuk wordt een hoofdpijndossier dat meer dan een half miljard euro kost. Uit WOO stukken blijkt dat verkeerde data en de grondwaterpompen van DSM de aanleiding zijn voor jarenlange ellende onder de Delftse grond. Vandaag deel 2 van de vierdelige reconstructie ‘Pompen of verzuipen’ van onderzoeksjournalist Bas Vermond.

De spoortunnel liep veel vertraging op | Foto: Omroep West
 
Het is de zomer van 2009. De eerste bouwbedrijven zijn begonnen in Delft. Onder de oude stad moet een spoortunnel van 2,3 kilometer lengte en 24 meter breed komen. De tunnel komt op een diepte van 10 meter te liggen. ProRail heeft de opdracht voor de tunnel aan een aantal bouwbedrijven gegeven, ondanks dat er nog geen toestemming van de Provincie Zuid-Holland voor de bouw is.

 

Om de treintunnel onder Delft te graven, heeft ProRail toestemming nodig van de Provincie in de vorm van een vergunning. Terwijl de bouwvoorbereiding al begonnen zijn, verloopt de aanvraag van ProRail rampzalig. De Provincie laat geen spaan heel van de vergunningsaanvraag voor de treintunnel.
Lange tijd lukt het ProRail niet om een vergunning te krijgen | Foto: Omroep West
 
De vergunningsaanvraag heeft ProRail zo incompleet ingediend, dat de Provincie er vanuit gaat dat dit nog niet een officiële aanvraag geweest moet zijn. Met maar liefst 21 opmerkingen wordt de aanvraag retour gestuurd. De grootste zorgen van de Provincie zitten in de grondwaterberekeningen van ProRail. De berekeningen zijn volgens de Provincie op aannames, verborgen rapporten en verouderde data gebaseerd.

 

Ook houdt ProRail geen rekening met de verstrekkende gevolgen van de voorgenomen geleidelijke afbouw van de grondwaterpompen van DSM. De 40 grondwaterpompen zijn dan net van DSM overgenomen door het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente Delft én de Provincie Zuid-Holland. De eerste vertraging voor de aanleg van de treintunnel is door de afgekeurde vergunningsaanvraag een feit.

 

Hoofdrolspelers:
- Biotechbedrijf DSM:
De fabriek pompt voor eigen gebruik bijna 100 jaar lang met 40 pompen jaarlijks meer dan 10 miljard liter grondwater onder Delft op.
- ProRail: Spoorwegbeheerder, verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van 7.021 kilometer spoor. Opdrachtgever treintunnel Delft
- Gemeente Delft: Verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer in de stad Delft. Hoogheemraadschap van Delfland: Verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van duinen, dijken en kades, vaarten en sloten in de regio Delfland (van Wassenaar tot Rotterdam).
- Provincie Zuid-Holland: Gaf DSM een vergunning voor het oppompen van grondwater en hield hier toezicht op.

 

Rekening houden met hoger grondwater
Niet alleen de Provincie waarschuwt ProRail voor de grondwaterpompen van DSM. Diverse onderzoeksrapporten maken melding van toekomstige effecten in de bodem, wanneer de 40 grondwaterpompen van DSM zullen worden dichtgedraaid. Geen enkel onderzoeksbureau durft echter nog te voorspellen wat de gevolgen kunnen zijn voor de bouw van een treintunnel. Er moet in iedere geval wel rekening worden gehouden met de grondwaterpompen van DSM.

 

De druk onder de grond zal gaan toenemen wanneer de pompen uitgedraaid gaan worden en er geen grondwater meer wordt weggepompt. Een treintunnel onder de grond bouwen is als een emmer in een vol bad omlaag duwen. Hoe dieper de emmer wordt gedrukt, hoe groter de druk onder de emmer en hoe meer water er aan de zijkanten omhoog wordt gedrukt.

 

Wanneer de tunnelbouwers tijdens de bouwvoorbereidingen in de bodem bezig zijn, gaan alle alarmbellen af. Het bouwterrein is nauwelijks droog te pompen, de locatie blijft vanaf diverse kanten vollopen met water. Daarnaast meten zij een enorme druk in de grond, wat volgens hun data veel dieper in de grond zou moeten zitten. De bouwers vrezen dat de toekomstige treintunnelbak niet bestand is tegen de druk naar boven die vanaf grote diepte wordt uitgeoefend. Ze leggen het werk stil. Vertwijfeld nemen zij contact op met opdrachtgever ProRail.

 

De gemeente Delft heeft de bouwbedrijven toegezegd dat ze in droge omstandigheden konden werken. Maar ook extra pompen op de bouwplaats om het overtollig water weg te pompen kunnen de hoeveelheden niet aan. Het bouwproject komt stil te liggen. Zowel de gemeente Delft als ProRail wijzen direct naar elkaar als schuldige voor het grondwaterdebacle.
De fabrieken van DSM | Foto: Omroep Delft
 
Strijd om het grondwater
DSM heeft ten tijde van de bouwvoorbereidingen van de treintunnel via de rechter afgedwongen dat het mag stoppen met oppompen van het grondwater. Een ongelukkige timing. Na de uitspraak van de rechter hebben de gemeente Delft, het hoogheemraadschap Delfland en de Provincie de grondwaterpompen van DSM overgenomen. De veertig pompen moeten de komende jaren verplaatst worden van het DSM-terrein en gefaseerd dicht gedraaid worden. Maar de samenwerking tussen de drie overheden verloopt vanaf het eerste moment moeizaam, zo blijkt uit vertrouwelijke documenten. Er is een hoop geruzie over de verdeling van de kosten voor de overname en het beheer van de grondwaterpompen.

 

Lees in deel 1 van deze serie van onderzoeksjournalist Bas Vermond waarom DSM wilde stoppen met de grondwaterpompen en waarom dat zulke verstrekkende gevolgen heeft voor de omgeving: Pompen of verzuipen voor Delft

 

ProRail verwijt de drie overheden dat er ten tijde van de bouwvoorbereidingen door dit politieke geruzie niemand beschikbaar was om te adviseren over de grondwaterpompen. Het wordt een welles-nietes-spelletje tussen de verschillende partijen. Een ding wil ProRail in iedere geval niet en dat is nog meer grondwater in de bodem. Het eist via advocaten dat de overheden de grondwaterpompen openlaten. ProRail wil geen pomp dicht, in iedere geval totdat de treintunnel klaar is.

 

Verkeerde data
ProRail sluit ondertussen een deal met DSM. In een overeenkomst spreekt ProRail af dat het een noodpompinstallatie op het terrein van DSM plaatst. Dit om ervoor te zorgen dat de pompen op het fabrieksterrein zullen blijven werken tijdens de aanleg van de treintunnel. ProRail informeert hier de gemeente of het hoogheemraadschap niet over. Het zet zelfs in op een lange juridische strijd tegen de overheden om te voorkomen dat er één grondwaterpomp dicht gaat.

 

Als onderdeel van de afspraak heeft DSM een dataset aangeleverd bij ProRail. Het zijn gegevens uit peilbuizen in de grond. Die peilbuizen meten nauwkeurig hoe groot de druk in de bodem is en wat de grondwaterstand is. Dat de bouwers op de toekomstige treintunnellocatie op meer water zijn gestuit dan eerder dan gedacht, lijkt te maken te hebben met deze dataset van DSM. DSM heeft ProRail namelijk een verouderde dataset gegeven. Het Delftse bedrijf pompt al 100 jaar water uit de grond onder Delft. De gegevens van DSM zijn belangrijk om de druk en de hoeveelheid water onder de grond te bepalen.

 

ProRail heeft zeven en acht jaar oude data in het bezit. In die jaren pompte de fabriek veel meer grondwater op, ruim 2 miljard liter meer per jaar. Hierdoor was er veel minder water in de grond, er werd immers veel meer opgepompt en in zee geloosd.

 

ProRail staat voor een cruciale keuze; stoppen of doorgaan met de aanleg van de treintunnel. De bouwers hebben te maken met veel meer water dan in de bouwopdracht was beschreven. Maar terug naar de tekentafel wil ProRail niet. Het project loopt al zo lang, dat stoppen geen optie meer is, aldus ProRail. Daarnaast hebben de bouwbedrijven al voor miljoenen euro’s aan voorbereidend werk gedaan. Om alsnog een vergunning te krijgen voor de aanleg van de treintunnel, doet ProRail eigen metingen. Hieruit blijkt er inderdaad veel meer water rondom de treintunnellocatie aanwezig te zijn dan in de DSM-dataset stond. De kans bestaat dat de bodem gaat openbarsten door de enorme druk en er nog meer water omhoog komt. De vraag is of de treintunnelbak tegen deze druk bestand is. Bij navraag voor dit artikel wilden geen van de betrokken partijen reageren op het gebruik van de verkeerde dataset.
Uiteindelijk loopt het project veel vertraging op | Foto: Omroep West
 
Jarenlange vertraging en miljoenen euro’s extra
De bouwmethode moet hierdoor gewijzigd worden en er moet veel meer water worden weggepompt dan ook de gemeente Delft had verwacht. Het zal voor meer dan twee jaar vertraging en miljoenen aan extra kosten zorgen. Om te voorkomen dat er nog meer water in de grond komt, sluit ProRail een overeenkomst met de gemeente Delft, het hoogheemraadschap en de Provincie Zuid-Holland. De grondwaterpompen zullen openblijven totdat de treintunnel gereed is. Daarnaast delen ProRail en de drie overheden de extra kosten van de vertraging en aangepaste werkzaamheden door het hoge grondwater.

 

Jaren later, in 2016, is de treintunnel onder Delft dan eindelijk klaar. Het project is het duurste spoorproject uit de Nederlandse geschiedenis geworden. Onderaan de streep heeft het bouwproject meer dan een half miljard euro gekost. De vertraging door de grote hoeveelheden water rondom de treintunnel heeft een prijskaartje van meer dan 130 miljoen euro. De gemeente Delft zal nog jaren nodig hebben, om van haar miljoenenbijdrage aan de treintunnel te herstellen.

 

De grondwaterpompen van DSM hebben grote invloed op de hele regio Delft. Zo ook bij de aanleg van de nieuwe verdiepte A4 tussen Delft en Schiedam, zo zal in deel 3 van deze serie blijken.

 

Deel 3: Het zand versus het water.

 

Deze onderzoeksreeks is mede mogelijk gemaakt door het Mediafonds Delft.

 

Verantwoording:
Via de Wet open overheid (Woo) vroeg onderzoeksjournalist Bas Vermond bij verschillende overheden documentatie op rondom de grondwaterpompen van DSM. Op basis van de documenten en gesprekken met ingewijden is deze serie tot stand gekomen.