Studentensport blijft betaalbaar, maar nog altijd niet definitief
Studenten van de TU Delft hoeven voorlopig niet extra te betalen voor sport- en cultuurfaciliteiten. Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) wilde ‘het grijze gebied van het gedoogbeleid’ rond de financiering verduidelijken. Delftse partijen STIP, PvdA, D66 en GroenLinks hebben schriftelijke vragen ingediend ter verduidelijking van het gedoogbeleid.
Al twintig jaar bestaan de regels dat onderwijsinstellingen geen private activiteiten mogen subsidiëren, maar al die jaren wordt dit niet actief gehandhaafd. Minister Bruins verduidelijkte vorige week het beleid, waarbij hij liet vallen dat studenten voortaan marktconforme prijzen moeten betalen voor sport en cultuur.
Naar aanleiding hiervan zijn studentenvakbonden een petitie gestart die werd ondertekend door 30 duizend mensen. Ook stelde Tweede Kamerleden bezorgde vragen aan de minister. Minister Bruins antwoordde hierop het gedoogbeleid voort te zetten.
Kamervragen
Delftse partijen hebben schriftelijke kamervragen ingediend bij het College van burgemeester en Wethouders omtrent het gedoogbeleid. “Wij willen dat het gedoogbeleid wordt geschrapt", zegt Sophie Wentink, fractievoorzitter van STIP. “Het is van belang dat sport en cultuur toegankelijk blijft voor studenten. Een gedoogbeleid zorgt alleen voor onzekerheid.”
De vragen gaan onder meer over de directe en indirecte gevolgen van het beleid in Delft, voor zowel studenten als niet-studenten. De partijen stellen onder meer dat de druk op gemeentelijke sportzalen en cultuurplekken kan toenemen als de beleidsregel wel actief wordt gehandhaafd.
Aanslag op portemonne
Ondanks dat Nederlanders steeds meer te besteden hebben, gaat de koopkracht van studenten juist achteruit, blijkt uit cijfers van de Studentenvakbond. En de nieuwe beleidsregel zou een flinke aanslag betekenen op de portemonnee van studenten.
Zo zou een sportschoolabonnement 700 euro gaan kosten in plaats van 200. Ook zou een faciliteit als De Botanische Tuin een stuk duurder worden.
Onderwijsinstellingen ondersteunen culturele activiteiten ook vaak op een indirecte manier. Zo mogen theaterclubs bijvoorbeeld gebruik maken van repetitieruimtes zonder hiervoor te betalen. Ook hier zitten gevolgen aan vast als het beleid actief wordt gehandhaafd.
De vragen worden 14 juni beantwoordt door het College van burgemeester en Wethouders.
