Sombere Sportraad Delft vraagt hulp bij gemeente

Cees van Velzen, bestuurslid van de Sportraad. Foto: Koos Bommelé

Op 4 februari wordt in de raadscommissie Economie, Financiën en Bestuur (EFB) besloten of de zaal- en veldhuur van de Delftse sportclubs opnieuw zal worden kwijtgescholden. Dat gebeurde ook in het eerste kwartaal van 2020. Nu gaat het om de periode juli 2020 – juni 2021. De Sportraad van Delft dringt daar in een brief aan wethouder Karin Schreuderhof (sport) op aan. De financiële situatie van de lokale sportclubs is dramatisch slechter geworden.

In een brief schrijft de Sportraad namens de 86 aangesloten sportverenigingen: ''Ondertussen zitten we in een nieuwe fase, met nu ook een Britse coronavariant als hete adem in onze 'sportieve nek', waarin opnieuw maar een gedeelte van al onze leden kan en mag trainen zoals ze dat normaliter gewend waren.''

Veel niet mogelijk

De Sportraad schrijft verder dat het 'triest is om te zien dat er zo weinig activiteit is bij alle binnen- en buiten-verenigingen, waaronder ook de zwemclubs. Dit alles betekent ook dat de financiële inkomsten bij alle verenigingen onder druk staan.’ Daarom zoekt de Sportraad met haar leden naar methodes om kosten te verminderen en de opbrengsten op peil te houden.

Cees van Velzen, bestuurslid bij de Sportraad, zegt: ''Ik verwacht niet dat ‘we’ (dus alle sportverenigingen in Delft) het het volledige huurbedrag terug zullen krijgen, dat gaat om veel te veel geld. Het gaat er ons om dat ze een gebaar moeten maken. De verenigingen hebben het hartstikke moeilijk en de gemeente kan niet zeggen: 'we snappen het', maar hen vervolgens niet tegemoetkomen.'' Het gebaar zou volgens hem bijvoorbeeld ook kunnen zitten in het aansporen van onderverhuurders om een deel van de huur kwijt te schelden.

Tekorten bij de gemeente

Het is natuurlijk een extra moeilijke tijd om in Delft om financiele steun te vragen, beaamt ook Van Velzen. ''Delft heeft het moeilijk en staat voor de taak een groot tekort weg te werken. Maar ons verzoek is coronagerelateerd, en dan gelden begrotingsregels minder strak.''

De Sportraad wijst er op dat ze het tienduizenden mensen in Delft en omgeving wekelijks mogelijk maken om te sporten. 'Dit doen wij, samen met een hoop vrijwilligers, vol inzet en plezier. Op dit moment hebben we echter naast sport en spel nog één ding gemeen: we strijden tegen een gezamenlijke sterke tegenstander, waar we ondanks onze keiharde inzet nog niet van hebben gewonnen', staat in de brief te lezen.

Contributie

Van Velzen voorspelt dat als er niets gebeurt, de lasten blijven doorlopen met vervelende gevolgen voor de verenigingen én sporters. ''Mensen zijn nu nog vol begrip voor de situatie en blijven voorlopig nog vriendelijk. Maar we denken niet dat de huidige situatie voor de zomer verandert. Mensen betalen dan contributie voor niets en uiteindelijk zal iedereen logischerwijs zeggen: ik zeg m’n lidmaatschap op, of erger: ik wil m'n geld terug.''

De eerste keer dat de huur werd kwijtgescholden gebeurde dat vanwege een landelijke maatregel. In deze brief spreekt de Sportraad dus expliciet de gemeente Delft aan.