Rapport: Delft en Delftenaren diep verweven met slavenhandel

Delft en Delftenaren waren diep verweven met de slavenhandel. Dat blijkt uit een rapport dat de gemeente Delft heeft laten opstellen naar het slavernijverleden. De stad had kantoren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC), die beide op grote schaal in slaven handelden. Het is nog onduidelijk of de gemeente Delft excuses gaat aanbieden.
Vanuit Delfshaven in Rotterdam voeren vele VOC-schepen uit © Stadsarchief Rotterdam (bewerking Joop Smits)

Stadsbestuurders van Delft hebben volgens het rapport verdiend aan de slavenhandel. Onder mensonterende omstandigheden zijn er naar schatting meer dan anderhalf miljoen tot slaaf gemaakten verhandeld door de twee compagnieën waar Delft een zetel in had, het grootste deel door de VOC. Door die zetel had Delft direct invloed op het beleid van de VOC en WIC.

Delft was innig verweven met de handelsondernemingen. Veel stadsbestuurders van Delft kochten zich in bij de twee compagnieën en zaten vaak gelijktijdig in beide besturen. Maar liefst 89 procent van de bestuurders van de VOC-kamer in Delft was op enig moment lid van het stadsbestuur van de stad. Bij de WIC-kamer was dit 76 procent.

In Delft is de erfenis van het slavernijverleden nog goed te zien. Eén van de drie onderzoekers van het rapport is Nancy Jouwe. Zij laat zien wat voor stempel de VOC en WIC op de stad hebben gedrukt:

Delft maakte gebruik van Delfshaven bij Rotterdam, van waaruit honderden schepen vertrokken. Meerdere schepen waren vernoemd naar Delft, zoals bijvoorbeeld het WIC-schip het 'De Delft'. Het schip vervoerde vanaf het begin slaven, waarvan velen het niet overleefden. Uit het onderzoek blijkt dat er ook tot slaaf gemaakten in Delft woonden. Tot slaaf gemaakten kregen een nieuwe naam van hun eigenaar en werden in officiële documenten uit Delft als niets meer dan goederen gezien. In de documenten wordt gesproken over 'enige kleinicheden' tijdens een veiling en 'verkogte losse goederen' op een boedelrekening.

In Delft zaten ook meerdere koloniale instituten. De weeskamer van het stadsbestuur maakte onder andere met slavenhandel verdiend geld over van Batavia naar Delft. En opleidingen over Nederlands-Indië werden gegeven bij de Koninklijke Akademie, de voorloper van de TU Delft. Meerdere instituten uit Delft hadden ook aandelen bij de VOC en WIC. Volgens de onderzoekers is de omvang van het slavernijverleden van Delft zelfs nog groter: 'Dit is het tipje van de sluier.'

'Het ontroert mij'
Voor Glenn Weisz, lid van het Kwartiermakers comité Slavernijverleden, was het een emotioneel moment om de resultaten van het rapport te zien: 'Ik ben zelf van Surinaamse komaf. Mijn grootouders spraken er ironisch genoeg nooit over. Dat mijn betovergrootmoeder nog tot slaafgemaakte geboren was, zo dichtbij is het eigenlijk. Dat die verhalen die ik daar nooit heb gehoord nu wel in de openbaarheid raken, dat ontroert mij', zegt hij.

GroenLinks raadslid Cheraldine Osepa hoopt dat het rapport de samenleving helpt veranderen. 'Om meer begrip te tonen. En om te zorgen dat ongevoelige dingen die gezegd worden beter geplaatst kunnen worden.' Osepa was één van de aanjagers van het rapport. 'Ik hoopte dat de stad het kon dragen en ben blij dat de stad het zo goed vastgepakt heeft.'

Twee wethouders van Delft (links) overhandigden het rapport aan Glenn Weisz (helemaal rechts) en raadsleden Twee wethouders van Delft (links) overhandigden het rapport aan Glenn Weisz (helemaal rechts) en raadsleden © Omroep Delft

De gemeente Delft komt pas dit najaar met een inhoudelijke reactie op het rapport. 'Omdat het belangrijk is om de feiten die gepresenteerd worden goed tot je door te laten dringen', zegt wethouder Joëlle Gooijer, die het rapport zeer waardevol noemde. 'En om te horen van verschillende bewoners en groepen in de stad. Mogelijke excuses van de gemeente Delft voor het slavernijverleden komen ook met die reactie.

In Delft vinden dit jaar ook meerdere activiteiten plaats als onderdeel van het herdenkingsjaar slavernijverleden. Op 1 juli tijdens Keti Koti (verbroken ketenen) is het 150 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft. De activiteiten worden onder andere georganiseerd door de Kwartiermakers in Delft, waartoe Glenn Weisz ook behoord.