Royal Delft houdt het verleden levend

Maandag 7 november heeft burgemeester Marja van Bijsterveldt het Royal Delft Museum officieel heropend. Het fabrieksmuseum voor het ambacht van Delfts aardewerk neemt de bezoekers mee in het verhaal achter Delfts Blauw, het cultureel erfgoed van Nederland.
 
Delft en 'De Porceleyne Fles’ (Royal Delft) zijn al bijna 370 jaar met elkaar verbonden. Bij de heropening zei de burgemeester: “Royal Delft was belangrijk voor ons verleden, maar heeft ook zeker de toekomst! Door het delen van verhalen, belevenissen en exposities laat Royal Delft bezoekers kennismaken met het culturele erfgoed dat het Delfts aardewerk is. Zo houden we het verleden levend. Ook de komende decennia en misschien zelfs eeuwen blijft Royal Delft bezoekers boeien uit Delft, Nederland én de wereld. Royal Delft is van belangrijke museale waarde voor Delft.” Daarna volgde een rondgang door de vernieuwde museumzalen.

Van Ruisdael tot Frytom – 17e-eeuwse kunst of ambacht?

De eerste tentoonstelling in de vernieuwde ruimten laat werken zien van de 17e-eeuwse Nederlandse landschapschilders Jacob van Ruisdael en Frederik van Frytom. De werken van Van Ruisdael en Van Frytom werden nog nooit eerder samen vertoond. Jolanda van den Berg, directeur Royal Delft Museum merkte op: ‘In de 19e en 20e eeuw werd schilderkunst op doek gezien als kunst en schilderen op keramiek als een ambacht. Door beide kunstenaars naast elkaar te exposeren, willen we de bezoekers de vraag voorleggen: Wat is nu kunst? En wat is ambacht?’
Van Ruisdael en Frytom worden naar elkaar geschoven
 
 
Burgemeester Marja van Bijsterveldt en de directeur van het museum Jolanda van den Berg