Prinsenhof krijgt geen toezegging rijk, maar wethouder is hoopvol

“Ik draag het Prinsenhof een warm hart toe, maar ik durf écht niet te zeggen of ik er als bestuurder nog aan toekom om een besluit te nemen over de Delftse subsidieaanvraag voor het grote verbouwingsplan van de gemeente en het museum.”

Wethouder Van Vliet, gedeputeerde Stolk en staatssecretaris Gräper in het Prinsenhof aan de kant van de Oude Jan. | © Henk de Kat
 
Dat zei staatssecretaris Fleur Gräper-van Koolwijk (D66, cultuur en media) donderdagochtend 4 april tegenover Omroep Delft, tijdens een bezoek aan het Prinsenhof. Haar grote slag om de arm was voor de Delftse wethouder Frank van Vliet (GroenLinks, ook van cultuur en media) begrijpelijk. Hij kreeg weliswaar niet te horen dat hij de door hem gevraagde 5 miljoen euro krijgt als rijksbijdrage voor de verbouwing, maar hij vatte het bezoek van Gräper aan het Prinsenhof toch op als een teken van hoop.

 

Rapport
De staatssecretaris was hier officieel om een rapport in ontvangst te nemen met totaalcijfers van de enorme som geld die de komende tien jaar nodig is voor het voortbestaan van alle rijksmonumenten in Nederland. Voor de 60.000 erkende rijksmonumenten zoals kerken, musea en andere historische panden die geen woonhuis zijn (vuurtorens, kloosters, boerderijen, molens) gaat het tot 2034 om 1.220 miljoen euro per jaar. Daarvan is 450 miljoen gedekt, indien rijk en provincie hun bijdragen van de laatste tijd voort zetten. Er moet het komend decennium dus nog 770 miljoen euro extra op tafel komen, om het gehele Nederlandse cultuur-historisch erfgoed overeind te houden.

 

Tekst gaat verder onder de foto.
Staatssecretaris Gräper (rechts) en de Zuid-Hollandse provinciebestuurder Stolk met het rapport over het grote geldtekort voor rijksmonumenten. | © Henk de Kat
 
Charmeoffensief
Wethouder Van Vliet was ook bij de presentatie van dat kersverse overzichtsrapport van Nederland. Hem ging het natuurlijk vooral om een charmeoffensief, om het rijk warm te maken voor de schenking van die 5 miljoen als ondersteuning van het ingrijpende vernieuwingsplan voor het Prinsenhof. Met dat bedrag zou de begroting van 38 miljoen euro voor dit project vrijwel rond zijn. Van Vliet hengelde daar, diplomatiek, niet openlijk naar. Maar hoopgevend voor hem was de grote interesse die de staatssecretaris aan de dag legde voor het Delftse museum, tijdens een rondleiding die zij met haar ambtenaren en ook Zuid-Hollandse provinciebestuurders na afloop van de rapport-presentatie kreeg van Prinsenhof-directrice Janelle Moerman.

 

'Hier is de democratie ontstaan'
Die vertelde enthousiast over wat staat te gebeuren: “Kijk, hier zijn oude ramen dicht gemetseld, die gaan weer open. En dáár komt de nieuwe ingang.” Natuurlijk werden ook De Kogelgaten aanschouwd, de uitgepulkte sporen van de moord in 1584 op Willem van Oranje. De directrice schroomde niet daarbij reclame te maken voor dit historisch erfgoed. “Dit staat op het netvlies van zoveel Nederlanders. Je hoort wel eens zeggen dat kinderen de Nachtwacht moeten zien. Ik zeg: ze moeten het Prinsenhof zien. Want hier is de democratie ontstaan.”

 

Tekst gaat verder onder de foto.
Museum directrice Moerman, staatssecretaris Gräper, wethouder Van Vliet en gedeputeerde Stolk bij de uitgepulkte kogelgaten in het Prinsenhof. | © Henk de Kat
 
Moerman nam de staatssecretaris, de wethouder en een vertegenwoordiger van de Nederlandse provincies ook mee een smal trappetje op, naar de zolder waar een sterk verouderde verwarmingsketel staat. Die moet eruit, worden vervangen door een systeem dat over een paar jaar in heel het museumpand voor een veel betere klimaatbeheersing zorgt.

 

Het verhaal van Nederland
Staatssecretaris Gräper hoefde eigenlijk niet te worden overtuigd. Zoals ook bleek uit wat zij vlak voor de presentatie van de landelijke kosten voor rijksmonumenten zei voor de microfoon van de nationale zender Radio 1: “De bestaande financiële middelen zijn niet voldoende. Monumenten moeten elke 50 jaar gerestaureerd worden. En we zitten nu in een golf van na de tweede wereldoorlog, dus in een periode dat er heel veel moet worden gerestaureerd in Nederland. Ik ben op dit moment in het Prinsenhof in Delft, en daar zie je bijvoorbeeld dat je bij dit pand niet alleen moet zorgen dat het in de oude glorie blijft bestaan, maar dat je het ook toegankelijk moet maken voor publiek. Je moet er ook voor zorgen dat het klimaatneutraal wordt. Dit betekent dat je aanvullende maatregelen moet nemen, om gedaan te krijgen dat dit museum straks echt klaar is om ook de komende 50 jaar aan weer een heleboel mensen het verhaal van Nederland te kunnen vertellen.”

 

Directrice Moerman onderstreepte dat, en legde de staatssecretaris uit dat na de restauratie niet alleen het verhaal achter Willem van Oranje zal worden verteld, maar ook dat van iconische vrouwen uit het verleden en het verhaal over de slavernij-betrokkenheid van Delft.

 

Financiering Prinsenhof
Wethouder Van Vliet zei na het vertrek van de staatssecretaris te beseffen dat zij geen toezegging kon doen over zijn recente vraag aan het rijk om vijf miljoen euro bij te dragen aan de komende restauratie. Als D66-bestuurder is haar regeerperiode immers zeer waarschijnlijk ten einde, zodra er een nieuw kabinet is. Maar bij de meegekomen ambtenaren van haar departement is de Delftse urgente boodschap in elk geval ook aangekomen.

 

Dat de restauratie doorgaat, ook al is de financiering nog niet helemaal rond, staat hoe dan ook vast, aldus de wethouder tegenover Omroep Delft. “In 2025 wordt begonnen. De gemeenteraad heeft ingestemd met dat plan.”

 

Het ingrijpende verbouwingsplan voor het Prinsenhof museum – dat na een grote protestdemonstratie in 2018 tegen een eerste opzet danig werd aangepast, met de inbreng van een inspraakgroep van Delftse burgers – is nu in totaal begroot op 38 miljoen euro. Daarvoor legt de gemeente zelf 18 miljoen op tafel. De familie Vlek schenkt 10 miljoen. Van de dan nog ontbrekende 10 miljoen hoopt de wethouder voor een bedrag van 5 miljoen, de ene helft dus, op nog andere weldoeners.

 

De wethouder over die stand van zaken: “Zo heeft de Vriendenloterij 1,5 miljoen toegezegd. Het is heel bijzonder dat deze organisatie zo’n groot project steunt. Ook hebben we recent 2 miljoen euro toegezegd gekregen van de provincie Zuid-Holland. Verder dragen diverse Delftse ondernemers bij, en dat loopt bij elkaar al in de tonnen, waarmee ik erg blij ben. En we hopen nog op meer. We merken dat het Prinsenhof veel mensen raakt, en dat het verhaal van ons museum nog meer particulieren, fondsen en overheden motiveert om ook bij te dragen. We zijn ervan overtuigd dat het gaat lukken. We zijn met een heel team dag en nacht bezig om de financiering voor elkaar te krijgen via enthousiasmerende gesprekken.” Directrice Moerman aanvullend: “Heel wat collega-directeuren van andere musea in het land zijn jaloers op wat wij hier nu al voor elkaar hebben gekregen.”

 

Tekst gaat verder onder de foto.
Directrice Moerman leidt staatsscretaris Gräper rond in het Prinsenhof. | © Henk de Kat
 
Vijf miljoen euro
Als deze inspanningen slagen, resteert toch nog een laatste gat, van nog eens vijf miljoen euro. Dat bedrag hoopt Van Vliet helemaal van het rijk te krijgen. Hij heeft daarover recent per brief een verzoek gestuurd naar de huidige staatssecretaris. Hij toonde zich na haar bezoek, waarin zij uitlegde waarom zij vanwege de kabinetsformatie niets kon toezeggen, toch ronduit optimistisch: “Ik zie haar bezoek als een hoopvol teken. Het is natuurlijk bijzonder dat het ministerie van cultuur ervoor kiest om een rapport over het in stand houden van het gehele Nederlands erfgoed juist in Delft in ontvangst te nemen. Dat betekent dat we bij dat ministerie heel duidelijk op het netvlies staan als een voorbeeld.”

 

Toch toonden diverse politieke partijen in de stad zich onlangs nog bezorgd. Gaat het financieel echt goed komen? Komen die laatste ontbrekende miljoenen er? Van Vliet is er na het bezoek van de demissionaire staatssecretaris van overtuigd, zoals hij dat ook uitstraalde tijdens de laatste raadsvergadering daarover. Ook al is de nu financiering nu nog niet helemaal rond: “De raad heeft het plan goedgekeurd, en we gaan in 2025 beginnen. Het is heel belangrijk dát we gaan beginnen. Dat is voor andere partijen een trigger om ook mee te doen, dat ze kunnen zeggen: “Ik heb geld beschikbaar gesteld, en ik zie dat daar ook gelijk echt wat mee wordt gedaan.”

 

De wethouder geeft dus geen krimp: “Die 38 miljoen euro komt er. Waar we het in de gemeenteraad nog wel over moeten hebben is de dekking van de zogenoemde structurele kosten. Dat betreft een jaarlijkse som van 450.000 euro voor het in stand houden van pand en museum. Daar vallen bij voorbeeld de kosten onder voor verwarming en klimaatbeheersing. In de raadsvergadering in juni gaan we het bij de bespreking van de Kadernota hebben over hoe we die jaarlijkse kosten gaan dekken.”