Ontmoetingscentra Pieter van Foreest worden toegankelijker

Zorgverlener Pieter van Foreest maakt het makkelijker voor Delftenaren die kampen met dementie of andere psychische of fysieke klachten, zich op te geven voor een ontmoetingscentrum. Dat doen zij samen met de gemeente Delft. Het selectieproces wordt aanzienlijk ingekort, want er is geen Wmo-indicatie meer nodig. Men kan ‘gewoon’ naar binnen lopen en zich aanmelden.
Marijke van den Hoeven (links) en presentatrice Ankie Smit in de radiostudio van Omroep Delft
Fotograaf: Joram Niese

Door de hele stad zijn er verschillende ontmoetingscentra voor mensen met dementie en/of geheugenproblemen. Dit kunnen oudere maar ook jongere mensen zijn. Ook oudere mensen met psychische of lichamelijke klachten zijn welkom. Daarnaast bieden de ontmoetingscentra ondersteuning voor mantelzorgers.  

Vereenvoudigen toegang 
Marijke van der Hoeven, werkzaam als manager Ontmoetingscentra bij Pieter van Foreest, vertelt aan de hand van een voorbeeld voor deze doelgroep: “Er waren drie ‘rondes’ waar de desbetreffende doorheen moest om zich überhaupt aan te kunnen melden voor een ontmoetingscentrum. Iedere keer opnieuw je verhaal doen. We nemen de grootste stap weg, waardoor je verhaal maar één of twee keer verteld hoeft te worden.”  

Van der Hoeven geeft aan dat het vaak al een grote stap is om zich aan te melden. Door de toegang tot de ontmoetingscentra te vereenvoudigen kan men veel gemakkelijker en sneller terecht. “Via wijkverpleegkundigen, een casemanager of bijvoorbeeld Delft Voor Elkaar kunnen potentiële bezoekers en mantelzorgers erachter komen waar de ontmoetingscentra precies zitten en gewoon langsgaan,” legt Van der Hoeven uit.  

Oud systeem 
Voorheen kon het een aantal weken duren voordat bezoekers bij een ontmoetingscentrum terecht konden. Vroeger was dat anders, toen kon men via de huisarts of andere hulpverlener direct terecht. “Eigenlijk gaan we terug naar het oude systeem,” zegt Van der Hoeven. “We blijven wel kritisch, dat is belangrijk. We zijn er niet om alleen even koffie te komen drinken.”  

Wat is er dan wel te doen? Van der Hoeven: “Dat is voor iedereen anders. We stimuleren onderling contact, er is veel ruimte voor geheugenactiviteiten, voor beweging, ruimte om te koken. Niets is voor iedereen, je kan kijken wat bij jou het beste past.” Bij de ontmoetingscentra zijn verschillende deskundigen aanwezig, als psychologen en psychomotorische therapeuten. Deze zijn er voor de bezoekers, maar ook voor de aanwezige begeleiders. “Voor de mantelzorgers zijn er lotgenootgroepen, gespreksgroepen, informatieve bijeenkomsten en we bieden een luisterend oor. Ook is er de mogelijkheid voor individuele gesprekken,” aldus Van der Hoeven.  

Geen Wmo-indicatie 
Tijdens de periode dat de bezoeker vanuit de Wmo het ontmoetingscentrum bezoekt, tot maximaal 6 dagdelen per week, hoeft de bezoeker geen CAK-bijdrage te betalen. Dit geldt ook wanneer huidige bezoekers hun aantal dagdelen willen aanpassen, tot en met drie dagen per week.   
Vervoer kan geregeld worden via Pieter van Foreest, indien nodig. “Indien mogelijk is het fijn als een naaste iemand kan brengen. Dat is voor bijvoorbeeld mantelzorgers ook fijn, dan zien ze ook wat er zoal gebeurt bij ons,” legt Van der Hoeven uit. 

Dat naasten meegaan naar de ontmoetingscentra is fijn omdat, legt Van der Hoeven uit: “We vooral stimuleren om de activiteiten thuis voort te zetten.” 

Meer informatie over de ontmoetingscentra vindt u hier.