Nieuw boek over de moed van Delftse verzetsheld Kees Chardon

Al twintig jaar verdiept journalist Trudy van der Wees zich in het leven van de Delftse verzetsheld Kees Chardon, die in de Tweede Wereldoorlog overleed in concentratiekamp Wöbbelin. “Zijn verhaal is tragisch, maar niet zielig”, zegt Van der Wees. "Het is een verhaal van kracht en moed in oorlogstijd.” Nu is zij bezig met een nieuw boek over hem, vertelt ze aan de vooravond van 4 en 5 mei in een radio-interview met Omroep Delft.
Trudy van der Wees bij het plakkaat met de beeltenis van Kees Chardon aan de Spoorsingel

“Het was eigenlijk puur toeval dat ik me met Chardon ging bezig houden”, herinnert Van der Wees zich. Op een dag werd gebeld naar de redactie van de Delftsche Courant, waar zij twintig jaar geleden werkte, door Margreet Chardon, zus van Kees. Die wilde eigenlijk een advertentie. Bedoeld om in contact te komen met de Joodse kinderen die in haar ouderlijk huis onder waren gedoken. “Ik nam toevallig op, het had ook iemand anders kunnen zijn. Maar ik rook een mooi verhaal”, zegt Van der Wees over dit telefoontje.

Het kostte wel enige overtuigingskracht om Margreet ertoe te zetten dit verhaal te vertellen voor de Delftsche Courant. Het artikel destijds in de krant werd veel gelezen. Recenter, twee jaar geleden, kreeg Van der Wees het verzoek van de dochter van Margreet, om er alsnog ook een boek over te schrijven. En daaraan wordt dus gewerkt.

Wie was deze Kees Chardon eigenlijk? Een jongeman, begin twintig nog maar in die oorlogsjaren van 1940-1945, toen hij zich aansloot bij het ondergrondse verzet tegen de Duitse overheerser, schetst Van der Wees. Hij nam risico’s, maar hij was in de allereerste plaats een diep gelovig mens. Dat was zijn belangrijkste drijfveer om in het verzet te gaan. Hij wist veel te regelen. Ook in het huis van zijn ouders, aan de Spoorsingel 28 in Delft waar hij zelf ook nog woonde, ving hij jonge Joodse kinderen op, baby's of peuters.

“Dat huis was een springadres”, vertelt Van der Wees, “Daar overnachtten ze één of een paar avonden. Vervolgens kregen ze nieuwe identiteitspapieren en werden ze naar een onderduikadres begeleid waar ze langer konden verblijven.” Volgens de journalist zijn op deze manier misschien wel honderden kinderen kort ondergedoken geweest in deze Delftse woning, langs de toen nog gewoon op straatniveau liggende spoorlijn tussen Den Haag en Rotterdam.

Op de gevel van de Spoorsingel 28 prijkt nu een plakkaat ter ere van de verzetsheld die er woonde. De huidige bewoner van het huis, Chris Vervoort, heeft dat eerbetoon geregeld. Hij vertelt: “Uit interesse deed ik onderzoek naar de geschiedenis van mijn huis. Toen kwam ik de verhalen tegen van Trudy, en ook van Annejet van der Zijl. In het boek ‘Sonny Boy' van Van der Zijl staat gewoon beschreven wat hier gebeurde. Ik vond het gek dat er een boek is waar dat allemaal in staat, terwijl er in het stadsbeeld nog niets van te zien was .”

Het Plakkaat op de gevel van Spoorsingel 28

“Hoe haal je het in je hoofd om zoiets te doen?” vraagt Vervoort zich af over het handelen van Kees Chardon in de oorlog. “In mijn eigen leven sta ik wel eens voor moeilijke keuzes. Maar om dan te bedenken wat voor besluiten hij toen nam…”. Wat Vervoort betreft moeten deze verhalen herinnerd blijven worden. Hij is dan ook blij dat er een nieuw boek over komt van Trudy van der Wees, en trots op het plakkaat op zijn huis als bijdrage aan herinneringen. Zo vertelt hij over stadswandelingen door Joods Delft, georganiseerd door Willem Jan Pijnacker Hordijk: “Die komen ook langs mijn huis en dan vertellen wij samen over dit deel van de geschiedenis.”

In het besef van al het leed dat Joodse mensen toen moesten ondergaan, vindt Van der Wees het verschrikkelijk dat antisemitische geluiden nu weer de kop opsteken. “Daar zit zo veel onwetendheid achter over wat is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Om die onwetendheid tegen te gaan is het van belang bezig te blijven met de verhalen uit die tijd.”

Nu zij voor haar nog te verschijnen boek opnieuw in de geschiedenis is gedoken van Kees Chardon komen ook, zoveel jaar later, toch ook nog weer nieuwe aspecten naar boven over het leven van die verzetsheld.

Uiteindelijk werd Chardon verraden. Hij werd opgepakt door de Duitsers, zijn leven eindigde in de laatste fase van de oorlog in 1945 in concentratiekamp Wöbbelin. Een wreed einde aan het leven van deze Delftse verzetsheld. Van der Wees wil ook in haar nieuwe boek zijn geschiedenis echter niet neerzetten als een zielig verhaal. “De geschiedenis van Kees Chardon is er juist één van kracht en moed in een moeilijke tijd met vreselijke omstandigheden.”

De planning is dat het boek van Trudy van der Wees in februari 2025 verschijnt.

Voor het opvanghuis aan de Spoorsingel 28 ligt ook een ‘struikelsteen’, ter herinnering aan 12-jarige Joods meisje (Betty Springer) dat daar ook ondergedoken heeft gezeten dankzij de hulp van Kees Chardon.