Kwartiermakers slavernijverleden: Delft moet excuses aanbieden

Het Kwartiermakercomité Slavernijverleden Delft roept de gemeente op excuses te maken voor het slavernijverleden. Dat doet het comité naar aanleiding van het onderzoek naar het verleden van Delft dat afgelopen juni bekend werd gemaakt. Het comité vindt ook onder andere dat er een herdenkingsplek moet komen in de stad.
Vanuit Delfshaven in Rotterdam voeren vele VOC-schepen uit © Stadsarchief Rotterdam (bewerking Joop Smits)

‘Een excuus geeft ons de mogelijkheid een geschiedkundige disbalans in de geschiedenis van onze stad in evenwicht te brengen’, schrijft het comité aan de gemeente. ‘Woorden die welgemeend uitgesproken worden, hebben de kracht om bevrijdend en helend te werken.’

Afgelopen juni werd bekend dat de stad Delft en individuele Delftenaren diep betrokken waren bij de slavenhandel. De stad had kantoren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC), die beide op grote schaal in slaven handelden. De gemeente zei dit najaar met een inhoudelijke reactie op het rapport te komen.

Jaarlijkse herdenking
Het Kwartiermakerscomité bestaat uit verschillende culturele instellingen uit de stad die activiteiten organiseren tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Het comité had de gemeente ook opgeroepen om onderzoek te doen naar het verleden.

Naast excuses en een herdenkingsplek roept het comité ook op tot het houden van een jaarlijkse herdenking, breder onderzoek naar het slavernijverleden en beleid te ontwikkelen om kans ongelijkheid tegen te gaan.

Lees hier de brief van het Kwartiermakers comité