Kabinet op de klippen, wat betekent dit voor de gemeente?

Landelijke verkiezingen liggen in het vooruitzicht. De drie raadsleden kijken in Delft Centraal uit naar een kabinet waarin Mark Rutte niet de premier is. Van der Sluis zegt ‘Het zal tijd worden’ en merkt op dat niemand in zijn partij het jammer vindt. Stoop zegt ‘Je ziet pas na afloop of iemand goed was’. Daarbij prijst hij Rutte voor zijn vermogen ‘de club bij elkaar te houden’. Brussaard noemt het besluit van Rutte om op te stappen ‘onverwacht’: ‘Ik hoop dat deze situatie ruimte biedt voor nieuwe ideeën’.

Wat de gevolgen van de val van dit kabinet voor Delft zijn, is volgens Van der Sluis nog onduidelijk. ‘Ik denk dat veel afhangt van de komende verkiezingen. Als we allemaal weer op de VVD stemmen, verandert er niet veel.’ Zorgen hebben hij en zijn collega-raadsleden zeker. 'Is er nog geld in 2026?’ vraagt Stoop. Van der Sluis vult aan dat in de plannen van het nu demissionaire kabinet gemeenten ieder jaar minder geld van het rijk krijgen tot een minimum in 2026. Zorgen hierover spelen al langer in de Delftse politiek. Bij besprekingen over de kadernota, waarin plannen en een aanzet tot een begroting worden vastgelegd, uitten verschillende partijen al zorgen over de toekomst. 

De gemeente kan, zoals het er nu naar uitziet, vanaf 2026 nog maar beperkt op geld van het rijk rekenen. Ze krijgen nu echter wel behoorlijk wat incidentele middelen. Brussaard zegt ‘Je kan niet vaste investeringen en uitgaven bekostigen met incidentele middelen’. En er zijn een hoop zaken waar de gemeente ieder jaar geld aan kwijt is. Van der Sluis somt op: ‘bibliotheek, stadsomroep, kinderboerderij. Dit soort zaken komen allemaal in gevaar’.

Naast zorgen is er ook hoop. ‘Een progressiever kabinet kan ervoor zorgen dat er toch meer geld naar gemeenten gaat’, zo denkt Van der Sluis. ‘Wil je hetzelfde of iets anders?’ is voor hem de vraag bij de komende verkiezingen. Brussaard en Stoop doen, ieder op hun eigen manier, een oproep tot verbinding tussen de samenleving en de politiek. Stoop doet ons als omroep een verzoek: ‘vraag ook de gewone Delftenaar eens wat ‘ie vindt!’ Hierbij benadrukt hij de rol van de media als factor in het politieke proces. Brussaard nodigt ondertussen iedereen uit mee te doen met de politiek: 'Kijk of je zelf betrokken wilt zijn’.