Honderden miljoenen gaan naar techcampus, wat kan Delft leren van Leiden?

De Delftse bedrijvencampus bij het terrein van de DSM krijgt honderden miljoenen euro's om een 'wereldwijde koploper' te worden. Ruim een half miljard euro wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen van het bedrijventerrein. Dat geld wordt geïnvesteerd in nieuwbouw en de aankoop van kantoren en laboratoria. De Leidse 'concurrent', Bio Science Park Leiden, vreest overigens niet voor het geïnvesteerde geld. Maar gaat het geld ervoor zorgen dat de bedrijven ook echt komen?

De aankondiging van de investering wordt ook op de Leidse campus met open armen ontvangen, schrijft Omroep West. Volgens Bas Reichert, voorzitter van de ondernemersvereniging daar, hoeft de investering niet te betekenen dat Leiden en Delft met elkaar gaan concurreren. Volgens hem kunnen de twee campussen elkaar juist versterken.

'Wij hebben vooral biotechbedrijven die zich richten op de gezondheidszorg, daar zullen vooral veel bedrijven met een industriële achtergrond gaan landen', verwacht Reichert. Hij is daarom ook vooral blij met de investering. 'Het type bedrijf dat daar terecht komt is dus net anders, maar het gaat wel om het verder brengen van dezelfde soort technologie. Het is voor ons geen bedreiging, maar juist een mooie toevoeging.'

Honderden miljoenen geïnvesteerd
De honderden miljoenen aan euro's van de Delftse deal worden gestoken in nieuwbouw en al bestaande kantoren en laboratoria. Deze gaat chemiebedrijf DSM op haar beurt weer verhuren aan startende bedrijven. Daarnaast wil de investeerder over een periode van twintig jaar zo’n vijfhonderd miljoen euro steken in vastgoed.

Biotech Campus Delft brengt onder meer gerenommeerde onderzoeksinstituten, startups, fermentatie-expertise en commerciële activiteiten samen op één locatie. 'Door deze samenwerking zal Biotech Campus Delft als fermentatie- en bioscience hotspot een leidende rol spelen in de wereldwijde overgang naar een duurzame, bio-based economie', zegt DSM.

Maar dat betekent niet dat succes direct gegarandeerd is. In Leiden werd veertig jaar gebouwd aan wat het nu is, zegt Reichert. 'Het idee werkt in principe goed. Je ziet dat, doordat we zo dicht op elkaar zitten als bedrijven, we nu ook een economische motor zijn voor de regio Leiden. Dat gun je Delft natuurlijk ook.'

'Maar je moet er wel een lange adem voor hebben', gaat de voorzitter verder. 'Het stadsbestuur in Leiden heeft dat bijvoorbeeld ingezien en is altijd één koers blijven varen.' Maar wat zijn dan de tips die Reichert meegeeft aan DSM, ASR en Delft.

'Hebben elkaar nodig
Volgens de voorzitter van de Leidse ondernemersvereniging moet er in de eerste plaats van worden uitgegaan dat de bedrijven niet zomaar naar Delft komen. 'Je moet uitgaan van een termijn van twintig jaar. Op die manier bied je startups de mogelijkheid om te groeien tot grote bedrijven. Het is belangrijk hen die tijd te gunnen. Dat is één van onze succesfactoren geweest in Leiden.'

Volgens hem is het daarnaast een voordeel dat in Leiden inmiddels, na jaren opbouw, alle vormen van bedrijvigheid op de campus zitten. 'We hebben de toeleveraars hier zitten, de industrie en de andere ondersteunende bedrijven. En we hebben elkaar ook allemaal nodig.'

Kan even duren
Maar het aantrekken van ál die bedrijven kan ook lang duren. 'Het ene bedrijf trekt het andere bedrijf aan. Vandaar dat het ook samenhangt met de langetermijnvisie die je moet hebben voor zo’n bedrijventerrein.'

Het grootste voordeel dat Delft heeft ten opzichte van Leiden, is dat er nu al gebouwd kan worden. 'Wij hebben steeds pas gebouwd als er behoefte was, wat je soms kan beperken. In Delft kan je nu veel bedrijven de ruimte bieden.' Maar het gevaar daarvan is juist ook dat panden niet vol komen te zitten. 'Dan is het verleidelijk om eieren voor je geld te kiezen, wat de campus op lange termijn in gevaar kan brengen.'

Lange termijn belangrijk
Kortom, de lange termijn is belangrijk. 'En vasthoudendheid aan de focus van de campus', legt Reichert uit. 'De gemeente moet ook durven vast te houden aan de lange termijn. Dan kan dit een impuls zijn voor de economie, maar dan moet je wel bedenken dat het lang kan gaan duren voordat je resultaten ziet.'

Maar met alleen wachten kom je er niet. 'Het is vasthouden aan de focus van de campus, daarnaast moet je bouwen en versterken van onderlinge samenwerking. Wij investeren allemaal in borrels en in onze samenwerkingsverbanden. Daardoor creëer je, met de start-ups op het park, de juiste extra bedrijvigheid die nodig is.'

Bron: Omroep Delft