Herdenking en erkenning staan centraal op Delftse Veteranendag

Delftse veteranen zijn op donderdag 24 september in het zonnetje gezet. Ter ere van de Delftse Veteranendag vond er in het stadhuis een bijeenkomst plaats met een Indische maaltijd als afsluiting. Burgemeester Alexander Pechtold schoof ook aan.
Delftse veteranen komen bijeen in het Stadhuis | Foto: Stichting Delftse Veteranen

Burgemeester Alexander Pechtold organiseerde de bijeenkomst, in samenwerking met de Stichting Veteranen Delft. Hij benadrukte in zijn welkomstwoord de rol van Delft als stad van kennis en innovatie. “Onze stad levert met technologieën zoals drones en radarsystemen een belangrijke bijdrage aan slimmere vormen van defensie”, vertelde de burgemeester.

Ook stond Pechtold stil bij zijn eigen familiegeschiedenis. Zijn voorouders dienden als kanonniers, mariniers en huurlingen, en maakten zo de roerige ontstaansgeschiedenis van Europa van dichtbij mee.

Officiële start
Hanno Klein, voorzitter van Stichting Veteranen Delft, vroeg tijdens de avond de aanwezigen om een minuut stilte ter herdenking van overleden veteranen.

Daarnaast vertelde hij tevreden te zijn met de samenwerking met de gemeente Delft. Hierdoor kon de stichting dit jaar officieel van start gaan. Ze hebben nu een eigen website en ontmoeten elkaar maandelijks in het Cultuurlab.

Geen erkenning
Het verhaal van Kees Elgershuizen maakte deze middag vooral indruk op de aanwezigen. Zijn vader werd tijdens de Tweede Wereldoorlog als dwangarbeider naar Duitsland afgevoerd. In zijn boek ‘Vooruit Kijken’ beschrijft hij de ervaringen van Nederlandse mannen die vaak geen erkenning kregen voor wat zij hebben doorstaan in de oorlog.

Na alle verhalen genoten de veteranen samen van de ‘blauwe hap’, een traditionele Indische maaltijd van de krijgsmacht.

De blauwe hap | Foto: Stichting Delftse Veteranen