Gemeente Delft gaat slavernijverleden onderzoeken

Het Delftse Stadhuis is mogelijk gebouwd met VOC-geld, verdiend met slavenarbeid
Fotograaf: Foto: Fred ten Hoven

De gemeente laat onderzoeken op wat voor manier de stad heeft bijgedragen en geprofiteerd van de slavenhandel. Daarnaast komt ook extra geld voor activiteiten tijdens het nationale herdenkingsjaar slavernijverleden in 2023. 
Door de stad zijn nog veel gebouwen te zien die herinneren aan de slavernijtijd. Delft was in die tijd sterk verbonden met de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en maakte ook deel uit van de West-Indische Compagnie (WIC). Beide compagnieën gebruikten slaven.

Het Stadsarchief van Delft gaat het onderzoek uitvoeren en betalen, dat begin 2023 klaar moet zijn. Medewerkers van het archief krijgen daarbij hulp van een gespecialiseerde externe onderzoeker. Een aantal andere taken en werkzaamheden van het stadsarchief wordt de komende periode gepauzeerd om het onderzoek mogelijk te maken.

Geen monument
De vraag voor een onderzoek komt van het Kwartiermakers comité Slavernijverleden Delft, die activiteiten rondom het herdenkingsjaar slavernijverleden opzetten. De gemeente gaat extra geld vrijmaken voor activiteiten. Het comité heeft de gemeente ook gevraagd een projectleider aan te stellen voor het herdenkingsjaar, maar daar maakt de gemeente geen geld voor vrij. Ook komt de gemeente niet tegemoet aan de oproep voor een lokaal monument over het slavernijverleden.