Geldproblemen kleuren coalitieakkoord in Delft: 'Er is veel onzekerheid'

De onderhandelende partijen zijn eruit: woensdagavond presenteerden zij een coalitieakkoord na de verkiezingen van afgelopen maart. Lokale partij STIP gaat samen met D66, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie een college van burgemeester en wethouders vormen. De partijen willen de komende jaren aan de slag met het beter inrichten van de openbare ruimte én moeten flink aan de slag om Delft financieel gezond te krijgen. Concrete plannen zijn er nauwelijks, het is vooral een akkoord op hoofdlijnen. 'We willen meer samenwerken met bewoners en leden van de gemeenteraad, met hen willen we de plannen concreet invullen', klinkt het.

Zeker is dat er een stadsbestuur komt met veel oude bekenden voor de Delftenaar. Frank Van Vliet, in de vorige periode nog fractievoorzitter bij GroenLinks, zal het voor diezelfde partij wethouder worden. Ook de ChristenUnie kiest voor een oud-raadslid als wethouder in de vorm van Joëlle Gooijer. Karin Schrederhof (PvdA) en Martina Huijsmans (D66) gaan daarnaast voor een tweede termijn. De enige nieuwkomer komt bij STIP vandaan, Maaike Zwart wordt namens die partij wethouder.

STIP (6), D66 (6), GroenLinks (6), PvdA (3) en de ChristenUnie (2) hebben samen 23 van de 39 zetels in de Delftse raad. De huidige coalitie lijkt overigens veel op de coalitie uit de vorige periode. De vier grootste partijen hebben afscheid genomen van de VVD, de ChristenUnie kwam daarvoor in de plaats.

Stad klimaatneutraal in 2050
De nieuwe coalitiepartijen zien de noodzaak in dat er een goede aanpak is voor de energietransitie, de woningcrisis en kansengelijkheid in de stad. 'Veel Delftenaren hebben te maken met armoede, werkloosheid en kansenongelijkheid. Het kopen of huren van een huis in Delft is fors duurder geworden, en daardoor voor steeds meer mensen onhaalbaar. Het kwaliteitsniveau van voorzieningen en openbare ruimte staat onder druk. De leefbaarheid en veiligheid in een aantal wijken vragen nu om aandacht. En klimaatverandering stelt ons voor de enorme opgave om de stad in de komende jaren duurzaam en groener te maken', tekenen de vijf partijen op in het coalitieakkoord.

Met name op duurzaamheid en wonen wil het stadsbestuur een slag slaan de komende jaren. Delft wil de komende jaren met al bestaande plannen werken om de stad in 2050 klimaatneutraal te maken. Ook moeten er de komende jaren tot 2040 zo'n zevenduizend woningen gebouwd worden in de stad, binnen de beperkte ruimte die Delft heeft. Daarbij moeten er ook tot 2030 duizend extra woningen komen voor studenten.

Opnieuw stevige keuzes
De komende vier jaar zullen dus, net als twee jaar geleden, opnieuw keuzes gemaakt moeten worden. Er moeten prioriteiten gesteld worden. Ook moet er geld bij komen van het Rijk volgens het stadsbestuur. De formerende partijen kiezen daarom voor een akkoord op hoofdlijnen: geen concrete plannen, vooral een richtinggevend document. Van de andere raadsleden wordt daarom verwacht dat zij een grote bijdrage leveren en met ideeën komen over de uitwerking van het akkoord.

Verder zien de partijen de noodzaak zien om de bewoners van de stad meer bij de lokale politiek en het lokale bestuur te betrekken. 'We moeten het talent inzetten van de stad', laat CU-fractievoorzitter Bert Van Der Woerd weten tijdens de presentatie van de plannen. 'Daarbij moeten we recht doen aan iedere Delftenaar', gaat de fractievoorzitter verder.

Eerder werden de raadsleden al geïnaugureerd.

Blijvende geldproblemen
Maar dat is niet het belangrijkste onderhandelpunt in Delft. Alles valt of staat namelijk met de stadsfinanciën. De stad kampt namelijk al jaren met geldproblemen. Dat is waar dan ook het zwaartepunt lag in de onderhandelingen voor het stadsbestuur. De gemeente moest vorig jaar bijvoorbeeld nog flink bezuinigen om tot een structureel sluitende begroting te komen. Voor 2026 wordt opnieuw een groot tekort van zes á zeven miljoen euro voorzien, wanneer de rijkoverheid niet bijspringt.

Raadsleden en wethouders maken zich al jaren druk over de oplopende kosten voor jeugdzorg, de WMO, de bijstandswet en andere decentralisaties. Volgens velen in het Delftse stadsbestuur krijgt de gemeente hier te weinig geld voor van het Rijk, wat zorgt voor flinke tekorten op de begroting. Daarnaast mist de stad een 'centrumfunctie', waardoor het gat op de begroting alleen maar groter wordt.

Betrekken bij plannen gemeente
Verder moeten de bewoners en lokale ondernemers ook meer betrokken worden bij plannen van de gemeente. 'De mensen en organisaties in de stad hebben veel kennis, kunde en inzicht die waardevol zijn voor de stad. Die worden niet altijd optimaal ingezet. Wij willen er gebruik van maken, door meer sámen met bewoners en bedrijven op te pakken. Door de kracht in de stad te benutten, komen we tot goede plannen', beloven de partijen.

Hoe ze dat gaan doen, wordt overigens niet volledig duidelijk. Een concrete oplossing blijft uit, wel tekenen de vijf partijen een ambitie op. Het is de bedoeling dat de gemeente beter vindbaar is voor bewoners in de wijken buiten de binnenstad. 'Wij willen zichtbaar zijn voor de individuele bewoner en ons werk anders organiseren, dichter bij de Delftenaar. Wij willen bereikbaar zijn voor bewoners die bijvoorbeeld zorgvragen hebben en eigenlijk niet goed weten waar er steun en hulp is.'

Definitief besluit volgt nog
Op woensdag 7 juni krijgen de raadsleden de kans om kennis te maken met de nieuwe wethouders. Daarna zal de Delftse gemeenteraad een week later een definitieve klap geven op het akkoord. Dan gaan de coalitiepartijen en de oppositiepartijen met elkaar in debat over de achtergronden van het rapport. Tijdens die vergadering zullen ook de wethouders worden geïnstalleerd en is het Delftse stadsbestuur vervolgens compleet.