Delftenaar Pieter van Veen benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau

Pieter van Veen is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor al zijn werk op voetbalgebied. Hij is al lang vrijwilliger bij Vitesse Delft en zette zich onder andere in voor de bouw van het nieuwe sportpark van de vereniging.

Burgemeester Marja van Bijsterveldt overhandigde hem de koninklijke onderscheiding afgelopen zaterdag bij zijn afscheid als bestuurder van Vitesse Delft. Dat gebeurde tijdens de viering van het 90-jarig bestaan van de Delftse voetbalclub. Van Veen wordt gezien als ‘iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen of anderen heeft gestimuleerd.’

Pieter van Veen werd in 1965 lid van Vitesse Delft en heeft zich sinds 1973 als vrijwilliger ingezet voor de voetbalverening. Hij bekleedde diverse bestuursfuncties en was ook leider van jeugdelftallen, wedstrijdsecretaris, zat in de Delftse pupillencommissie, organiseerde de Delftse Penaltybokaal, straatvoetbal op de Markt en het Delftse Schoolvoetbal. Ook zat hij het Jeugdbestuur van de KNVB, afdeling Den Haag en was hij in het bestuur van Vitesse Delft onder meer verantwoordelijk voor voetbaltechnische zaken en externe zaken. Hij is ook voorzitter van de Sectie Voetbal van de Sportraad van Delft geweest.

Komst sportpark Tanthof hoogtepunt
De realisatie van een nieuw onderkomen voor Vitesse Delft op sportpark Tanthof-Zuid in 1992 was een van de hoogtepunten in zijn vrijwilligerscarrière. De jeugd van de club en de senioren speelden hun wedstrijden tot die tijd jarenlang noodgedwongen op verschillende locaties. De jeugd speelde aan de Oudelaan, de senioren voetbalden aan de Middelweg. Met de bouw van het sportpark speelden jeugd en senioren voortaan weer samen op één sportterrein.