Drie Delftse topsporters maken kans op deelname aan de Olympische Spelen in Italië in februari. Schaatser en masterstudent biomechanical design Tijmen Snel kan zich in december tijdens het olympisch kwalificatietoernooi kwalificeren voor de Winterspelen in Milaan. Journalistiek platform Delta ging met de sporter in gesprek.

In 2020 rondde je je bachelor werktuigbouwkunde af en koos je ervoor om fulltime te gaan schaatsen. Hoe was die overstap voor jou?
“Dat heb ik twee jaar fulltime gedaan, ook omdat ik nog niet wist welke master ik wilde volgen. Na die twee jaar ging het schaatsen goed, en toen dacht ik: laten we kijken of ik het kan combineren met studeren.”

Hoe bevalt die combinatie van topsport en masterstudie?
“Een master is echt next level vergeleken met de bachelor. In het begin was het flink wennen en werd het te druk. Dat beïnvloedde ook mijn schaatsen. Toen heb ik mijn studie op een lager pitje gezet. Dat betekent wel dat ik nu voor het vierde jaar op rij bezig ben aan mijn eerste jaar. Het gaat niet heel snel, maar langzaam ga ik vooruit.”

Helpt de TU jou daarbij?
“Aan het begin van het studiejaar heb ik contact met de studieadviseur van Mechanical Engineering en de topsportcoördinator van de TU om te bespreken hoe het komend jaar eruitziet. Over het algemeen is het goed te doen, soms moet je een beetje puzzelen. Bijvoorbeeld als ik niet bij een tentamen kan zijn. Bij projectvakken of groepsopdrachten is dat vaak het lastigst, maar tot nu toe is dat altijd gelukt. Ik kan gelukkig veel online doen.”

Vertel eens hoe een topschaatser zijn jaar indeelt?
“Dat verschilt per seizoen. In de zomer trainen we twee keer per dag, vijf dagen per week. In die periode werken we aan ons uithoudingsvermogen en doen we veel aan wielrennen en krachttraining. In de winter gaat het meer om kwaliteit dan kwantiteit. We trainen dan minder intensief omdat we wedstrijden rijden. Op wedstrijddagen is het vooral wachten tot je aan de beurt bent.”

Nu rijd je vooral wereldbekerwedstrijden. Wat houdt dat precies in?
“Aan het begin van het seizoen kun je je op het Nederlands Kampioenschap plaatsen voor de wereldbeker. Dat is een internationale competitie tegen de beste schaatsers ter wereld. Deze wedstrijden zijn belangrijk om te zien waar je staat én om plekken voor Nederland op de Olympische Spelen te verdienen. Als land mag je met maximaal negen mannen en negen vrouwen deelnemen. Om al die plekken te behalen, moet je tijdens de wereldbekerwedstrijden op alle afstanden met meerdere rijders goed presteren. Wie uiteindelijk die plekken invult, wordt bepaald tijdens het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Thialf, eind december.”

En hoe groot acht je je kans om je te kwalificeren?
“Dat is lastig te zeggen. Het niveau is ontzettend hoog en er zijn genoeg rijders die kans maken, dus logischerwijs vallen er ook mensen af.”

Vier jaar geleden stond je tijdens het OKT op de derde plaats bij de 1.500 meter, maar werd je niet geselecteerd voor de Spelen in Beijing. Hoe kijk je daarop terug?
“Dat was niet leuk. Ik stond als achtste op de lijst. Ze kozen voor extra mensen voor de ploegenachtervolging, dus moest ik thuisblijven. Dat was balen, maar ik neem dat niet mee naar dit OKT. Nu telt alleen: zo hard mogelijk rijden.”

Is er iets uit je studie dat je meeneemt naar de baan?
Lachend: “Nee, dat probeer ik juist niet te doen. Als je werktuigbouwkunde studeert zie je overal beweging en krachten, maar zo moeilijk moet je het niet maken. Zeker niet tijdens een wedstrijd. Dan is het vooral zaak om zo weinig mogelijk na te denken.”

Dit is een artikel van onze mediapartner Delta

Zie ook:
TU-student Tobias van den Hurk maakt met curlingteam kans op kwalificatie Olympische Winterspelen