In Delft wordt nog maar een klein deel van de nieuwe woningen gerealiseerd door het ombouwen van bestaande panden. Terwijl buurgemeenten als Rijswijk en Den Haag flink meer woningen toevoegen via transformaties, blijft Delft duidelijk achter. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal leegstaande panden dat wordt omgebouwd tot woningen is gedaald. In 2024 zijn landelijk 7.900 woningen ontstaan door transformatie van bestaande gebouwen zoals kantoren of winkels. Dat is tien procent minder dan in 2023.

Ook in Delft is de bijdrage van transformaties aan de woninggroei bescheiden. Van alle nieuwe woningen die in 2024 aan de stad zijn toegevoegd, bestaat slechts vijf procent uit omgebouwde panden. Dat komt neer op ongeveer twintig nieuwe woningen door transformatie, tegenover een totale woningtoename van 441 woningen.

Buurgemeenten boeken meer resultaat
In vergelijking met omliggende gemeenten blijft Delft duidelijk achter. In Rijswijk kwam maar liefst 37 procent van de nieuwe woningen voort uit transformaties van bestaande gebouwen. Dat ging om 210 woningen op een totale groei van 572 woningen. Ook in Den Haag ligt het aandeel hoger, met 7 procent (180 transformaties) op 2.405 nieuwe woningen.

Naast Delft blijft ook in het Westland het aantal transformaties beperkt (5 op 614 woningen), terwijl Rotterdam juist tot de landelijke koplopers behoort. Daar kwamen 925 nieuwe woningen voort uit transformaties. Dat is goed voor 18 procent van de woninggroei van de stad en bijna 12 procent van alle ombouwwoningen die er in Nederland bijkwamen.

Zuid-Holland koploper
Ondanks de landelijke afname blijft Zuid-Holland de provincie met de meeste woningtransformaties: 1.970 in 2024, gevolgd door Noord-Brabant met 1.320. Vooral Rotterdam en Den Haag dragen daar in hoge mate aan bij.